Controlelijst voor het oplossen van problemen
Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het apparaat probeert op te lossen.
Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld
●
Stap 2: Controleer de bekabeling of de draadloze verbinding
●
Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven
●
Stap 4: Het papier controleren
●
Stap 5: De software controleren
●
Stap 6: Test de afdrukfunctie
●
Stap 7: De tonercartridge controleren
●
Stap 8: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden
●
Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld
1.
Druk op de aan-uitknop om de modus Auto-uit uit te schakelen of om het apparaat in te schakelen.
2.
Controleer alle kabels en netsnoeren.
3.
Controleer of de netspanning geschikt is voor de stroomconfiguratie van het product (zie het etiket
achter op het product voor de voltagevereisten). Als u een stekkerblok heeft waarvan het voltage
niet binnen de specificaties valt, sluit u het product rechtstreeks aan op een stopcontact. Als het
apparaat al op een stopcontact is aangesloten, probeert u een ander stopcontact.
4.
Neem contact op met de HP klantenondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt.
Stap 2: Controleer de bekabeling of de draadloze verbinding
1.
Controleer de kabelaansluiting tussen het product en de computer. Zorg ervoor dat de kabel goed
is aangesloten.
2.
Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken.
3.
Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, controleert u het volgende:
Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is,
●
brandt het lampje groen.
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een
●
telefoonsnoer.
84
Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
NLWW