10. Bijlagen > 10.10. Foutmeldingen en waarschuwingen
OAR te groot
Verouderde QA Test
Noodstop patiënt
Patiënt-ID kan niet
worden gewijzigd
Patiënt-ID klopt niet
Patiëntinformatie kan
niet worden gevalideerd
Slechte
verwarmingsefficiënte in
behandelcel
Geen goede
overeenkomst met
temperatuurreferentie
Positionering van
transducer afgebroken
Mogelijk onveilige
sonicatie, wijzig
sonicatieparameters
Problem with QA
Phantom
Probleem met
positioneren transducer
Gebruiksaanwijzing
109509A2 /
07-2021
Een of meer OAR's zijn te groot.
De QA-test is niet binnen de
ingestelde tijd uitgevoerd.
De patiënt heeft op de
noodstoptoets gedrukt.
De oude patiëntgegevens bevatten
meetresultaten en kunnen niet
worden gewist.
De patiënt-ID is tijdens de
therapieprocedure gewijzigd.
De systeemconfiguratie is ongeldig
en bevat geen validatoren in alle
velden voor patiëntinformatie.
Temperatuur stijgt niet zoals
verwacht voor de gekozen
warmtedosis.
Kan geen goede overeenkomst
vinden met
temperatuurreferentiegegevens.
Temperatuurbeelden zijn mogelijk
onnauwkeurig.
De sonicatie kan niet worden
gestart omdat het positioneren van
de transducer is mislukt.
De gekozen combinatie van
celgrootte, locatie en vermogen kan
het huidoppervlak of de
onderhuidse vetlaag oververhitten
en kan onveilig zijn.
Tijdens de QA-test is een probleem
met het fantoom of de positie
daarvan waargenomen.
Er is een probleem met de
transducerpositie. De
positioneringstool heeft
limietschakelstanden gedetecteerd
die niet overeenkomen met de
geconfigureerde acceptatielimieten.
Vervang de desbetreffende OAR's door
kleinere.
Voer de QA-test uit.
Bepaal waarom de patiënt op de
noodstopknop heeft gedrukt, en schakel
het systeem met de
veiligheidsvoorziening opnieuw in.
Verlaat de huidige sessie en begin een
nieuwe als er een nieuwe patiëntcasus
nodig is. Selecteer 'Annuleren' om door
te gaan met de huidige patiënt.
Controleer of de juiste patiënt op de
MR-scanner is geselecteerd.
R&D dient validatoren aan de
configuratiegegevens toe te voegen of
overbodige velden voor
patiëntinformatie te verwijderen.
Controleer of de verwarming op de
behandelcel is gecentreerd en probeer
de sonicatie te herhalen of herhaal de
testsonicatie.
De sonicatie moet mogelijk opnieuw
worden gestart.
Start de generatorkast opnieuw als het
probleem blijft bestaan.
Gebruik een kleinere celgrootte, lager
vermogen of een cel op een andere
locatie. Ga alleen verder met de huidige
parameters als nadere klinische analyse
uitwijst dat het veilig is om door te gaan.
Wijzig het QA-fantoom of corrigeer de
positie.
Voer hardware-initialisatie uit. Neem
contact op met Service als het probleem
blijft bestaan. Raadpleeg het
systeemlogboek voor meer details.
198 (205)