Inhoudsopgave
Advertenties
4.3 Duwstang
De duwstang is in de hoogte verstelbaar en voor-
zien van een geïntegreerde beveiliging tegen
verdraaiing. Bovendien kan ze gedemonteerd
worden.
Voor het instellen van de hoogte draait u klem
(A) los en brengt de schuifgreep op de gewenste
hoogte. Om de complete duwstang te verwijde-
ren, draait u klem (B) los. Zorg er bij het plaatsen
voor, dat de duwstang tot aan de aanslag in de schuifgreepopname wordt gescho-
ven en niet kan verdraaien.
Gebruik de duwstang alleen voor het geleiden van de drie-
wieler!
optillen of kantelen van de driewieler!
4.4 Parkeerrem voor begeleidende persoon
De parkeerrem voor begeleidende personen
(alleen in combinatie met de schuifstang te ge-
bruiken) beveiligt de driewieler tegen ongewild
wegrollen.
De werking van de hendel is gelijk aan een gewo-
ne remhendel. Daarom kan de parkeerrem ook
als normale rem worden gebruikt. Wanneer de
rem echter geblokkeerd moet worden, dient bij
aangetrokken remhendel (C) de klauw (D) in de houder worden gedrukt. Door de
remhendel (C) aan te trekken geeft u de blokkeerrem vrij.
Zorg er altijd voor dat de functie en afstelling van de rem of de remb-
lokken worden vermeld (zie punt 3.2.1).
4.5 Stuurondersteuning voor begeleidende
persoon
De stuurondersteuning voor de begeleidende
persoon (met draairichting stang, incl. stuurli-
mietbegrenzer) biedt de toezichthoudende per-
soon de mogelijkheid de rijrichting van de drie-
wieler mee te bepalen zonder de trapbeweging
van het kind door het verdraaien van het voorwiel
te onderbreken.
Door de stuurondersteuning wordt bij
de MOMO van 12" de bodemvrijheid
onder de achteras tot ca. 6 cm verlaagd.
24
De
duwstang
is
NIET
geschikt
A
B
voor
verplaatsen,
D
C
Advertenties
Inhoudsopgave
