3- of 7-traps vrijloopnaaf (met terugtraprem)
Bij de 3- of 7-traps vrijloopremnaaf kan de trapbeweging van de gebruiker wille-
keurig worden onderbroken en weer worden hervat. Door terug te trappen kan er
worden geremd. De gemakkelijk bedienbare 3- of 7-traps naafschakeling maakt
het schakelen in stand mogelijk. Het schakelen gebeurt door middel van een draai-
greepschakelaar aan het stuur.
3- of 7-traps vrijloopnaaf (zonder terugtraprem)
Bij de 3- of 7-traps vrijloopnaaf kan de trapbeweging van de gebruiker willekeurig
worden onderbroken en weer worden hervat. Daarnaast kan de gebruiker de peda-
len voor het wegrijden met behulp van de vrijloop in de voor hem/haar beste stand
brengen. De gemakkelijk bedienbare 3- of 7-traps naafschakeling is geschikt voor
elk terrein en maakt het schakelen in stand mogelijk. Het schakelen gebeurt door
middel van een draaigreepschakelaar aan het stuur.
De 3- of 7-traps vrijloopnaaf (zonder terugtraprem) is bij e-bikes niet
mogelijk!
3- of 7-traps vrijloopremnaaf met achteruitrijoptie
Bij de 3- of 7-traps vrijloopremnaaf kan de trapbeweging van de gebruiker willekeu-
rig worden onderbroken en weer worden hervat. Daarnaast heeft de gebruiker hier-
bij een achteruitrijoptie ter beschikking. De gemakkelijk bedienbare 3- of 7-traps
naafschakeling maakt het schakelen in stand mogelijk. Het schakelen gebeurt door
middel van een draaigreepschakelaar aan het stuur.
7-traps vrijloopremnaaf met rollerrem (zonder terugtraprem)
Bij de 7-traps vrijloopnaaf met rollerrem kan de voorwaartse trapbeweging
wil-lekeurig of wille-keurig worden onderbroken en bij verder voorwaarts rijden wor-
den omgezet in achterwaarts trappen. De gemakkelijk bedienbare 7-traps naaf-
schakeling is geschikt voor elk terrein en maakt het schakelen in stand mogelijk.
Het schakelen gebeurt door middel van een draaigreepschakelaar aan het stuur.
2.9 De eerste rijpogingen
Gelieve er rekening mee te houden dat er voor de eerste zelfstandige rit met de
driewieler eerst met een toezichthoudende persoon geoefend dient te worden, met
name op het bochtenwerk, omdat daarin de grootste kans op ongelukken schuilt.
Bochten moeten altijd zo langzaam mogelijk worden genomen. Houd er ook reke-
ning mee, dat het breedste gedeelte van de driewieler zich achter bevindt. Oefen
daarom op passende hindernissen, zodat de breedte van de driewieler beter kan
worden ingeschat.
17