➢
Werkingsvertraging: met deze functie kunnen gebruikers de vertragingstijd voor het inschakelen van de pomp
instellen nadat de temperatuur in een van de zones onder de ingestelde temperatuur is gedaald. Deze
inschakelingsvertraging wordt gebruikt om de klepactuator te openen.
4.10. VERWARMING - KOELING
Met deze functie kunnen gebruikers de bedrijfsmodus selecteren:
➢
Verwarming: alle zones worden verwarmd
➢
Koeling: alle zones worden gekoeld
➢
Automatisch: de regelaar schakelt de modus tussen verwarming en koeling op basis van de tweefasige input
4.11. ANTI-STOPINSTELLINGEN
Deze functie forceert de activering van pompen en kleppen (controleer eerst de optie), waardoor kalkafzetting wordt
voorkomen tijdens een periode van langdurige inactiviteit van pompen en kleppen, bijv. buiten het verwarmingsseizoen. Als
deze functie is ingeschakeld, worden de pomp en kleppen gedurende de ingestelde tijd en met een opgegeven interval (bijv.
om de 10 dagen gedurende 5 minuten) ingeschakeld.
4.12. MAXIMALE LUCHTVOCHTIGHEID
Als de huidige vochtigheidsgraad de ingestelde maximale luchtvochtigheid overschrijdt, wordt de koeling van de zone
onderbroken.
LET OP
Deze functie is alleen actief in de modus Koeling, onder voorwaarde dat er een sensor voor
luchtvochtigheidsmeting in de zone is geregistreerd.
4.13. TAAL
Met deze functie kunnen gebruikers de taal van de regelaar wijzigen.
4.14. VERWARMINGSPOMP
Dit is een modus die is bestemd voor een systeem waarbij een warmtepomp wordt gebruikt die ervoor zorgt dat de
functionaliteiten optimaal kunnen worden benut.
➢
Spaarstand: wanneer deze optie wordt geselecteerd, wordt de modus gestart en worden er meer opties
weergegeven.
➢
Minimale pauzeduur: een parameter die het aantal inschakelingen van compressors beperkt, waardoor de
levensduur van de compressor kan worden verlengd.
Ongeacht of een bepaalde zone opnieuw moet worden verwarmd, wordt de compressor pas ingeschakeld na de tijd die is
verstreken vanaf het einde van de vorige werkcyclus.
➢
Bypass: een optie die noodzakelijk is bij afwezigheid van een buffer en een warmtepomp met een geschikte
warmtecapaciteit. Deze optie is afhankelijk van het sequentieel openen van opeenvolgende zones bij elke gespecificeerde
tijd.
•
Vloerpomp: hiermee kan de vloerpomp worden geactiveerd of gedeactiveerd
•
Cyclusduur: de duur van het openen van de geselecteerde zone.
4.15. FABRIEKSINSTELLINGEN
Met deze functie kunnen gebruikers de instellingen van het monteursmenu terugzetten naar de instellingen die door de
fabrikant zijn opgeslagen.
26