Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vloerverwarming - Tech Controllers EU-L-4X WiFi Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Een voorbeeld: De vertragingstijd is ingesteld op 10 minuten. Zodra het raam wordt geopend, stuurt de sensor gegevens naar
de hoofdregelaar over het raam dat wordt geopend. De sensor controleert de huidige status van het raam regelmatig. Als
het raam geopend blijft nadat de vertragingstijd (10 minuten) is verstreken, zal de hoofdregelaar de klepactuatoren sluiten
en de overmatige verwarming van de zone uitschakelen.
LET OP
Als de vertragingstijd op 0 wordt ingesteld, wordt er onmiddellijk een signaal naar de actuator verzonden zodat
deze wordt gesloten.
Draadloos: optie voor het registreren van raamsensoren (1-6 stuks per zone). Hiervoor selecteert u
drukt u kort op de communicatieknop op de sensor. Nadat de registratie is voltooid, wordt er een aanvullende functie
Informatie
weergegeven, waar de gebruikers de sensorparameters kunnen bekijken, zoals de batterijstatus, het bereik etc.
Het is ook mogelijk om een specifieke sensor of alle sensoren tegelijkertijd te verwijderen.

4.1.8. VLOERVERWARMING

Vloersensor
Sensorselectie: deze functie wordt gebruikt om een (bekabelde) vloersensor in te schakelen of een (draadloze)
vloersensor te registreren. In het geval van een draadloze sensor registreert u deze door nogmaals op de communicatieknop
op de sensor te drukken.
Hysterese: voegt een tolerantie toe voor de kamertemperatuur binnen het bereik van 0,1-5 °C, waarbij de
aanvullende verwarming/koeling wordt ingeschakeld.
Een voorbeeld:
De maximale vloertemperatuur is 45 °C. De hysterese is 2 °C.
De regelaar schakelt het contact uit nadat de 45 °C bij de vloersensor is overschreden. Als de temperatuur begint te dalen,
wordt het contact weer ingeschakeld nadat de temperatuur bij de vloersensor is gedaald tot 43 °C (tenzij de ingestelde
kamertemperatuur is bereikt).
Kalibratie: de kalibratie van de vloersensor wordt uitgevoerd tijdens de montage of na een langere periode van
gebruik van de sensor als de weergegeven vloertemperatuur afwijkt van de daadwerkelijke temperatuur. Het aanpasbereik
ligt tussen de -10 °C en +10 °C, in stappen van 0,1 °C.
LET OP
De vloersensor wordt niet gebruikt tijdens de koelingsmodus.
Bedrijfsmodus
UIT: als deze optie wordt geselecteerd, wordt de vloerverwarmingsmodus uitgeschakeld. Dat houdt in dat
Vloerbescherming
en
Comfortstand
Vloerbescherming:
maximumtemperatuur te houden om het systeem te beschermen tegen oververhitting. Wanneer de temperatuur de
ingestelde maximumtemperatuur bereikt, wordt het herverwarmen van de zone uitgeschakeld.
Comfortstand: deze functie wordt gebruikt om een comfortabele vloertemperatuur in stand te houden. Dit houdt
in dat de regelaar de huidige temperatuur controleert. Wanneer de temperatuur de ingestelde maximumtemperatuur
bereikt, wordt de zoneverwarming uitgeschakeld om het systeem te beschermen tegen oververhitting. Wanneer de
vloertemperatuur onder de ingestelde minimumtemperatuur daalt, wordt het herverwarmen van de zone weer
ingeschakeld.
niet actief zijn.
deze
functie
wordt
gebruikt
om
de
vloertemperatuur
17
Registreren
en
onder
de
ingestelde

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave