Inhoudsopgave
Advertenties
➢
Klep verwijderen: deze functie wordt gebruikt om informatie over een geselecteerde klep en de werking ervan
volledig uit het systeem te verwijderen. Deze functie wordt bijvoorbeeld toegepast bij het verwijderen van de klep of het
vervangen van de module (de nieuwe module moet dan opnieuw worden geregistreerd).
➢
AAN: hiermee wordt de klepbediening tijdelijk in-/uitgeschakeld
➢
Ingestelde temperatuur klep: hiermee wordt de ingestelde temperatuur van de klep bepaald
➢
Zomerstand: wanneer de zomerstand wordt geactiveerd, wordt de klep gesloten om onnodige verwarming van het
huis te voorkomen. Als de temperatuur van de boiler te hoog is (geactiveerde boilerbescherming is vereist), wordt de klep in
de noodmodus geopend. Deze modus is niet actief in de modus Terugvoerbescherming.
➢
Kalibratie: deze functie kan worden gebruikt om de ingebouwde klep te kalibreren, bijv. na langdurig gebruik.
Tijdens de kalibratie wordt de klep in een veilige stand gezet, d.w.z. in de volledig geopende stand voor de CH-klep en het
type
Terugvoerbescherming
➢
Enkele slag: dit is de maximale enkele slag (openen of sluiten) die de klep kan uitvoeren tijdens enkele
temperatuurbemonstering. Als de temperatuur dicht bij het instelpunt ligt, wordt deze slag berekend op basis van de
parameter Evenredigheidscoëfficiënt. Hoe kleiner de enkele slag, hoe nauwkeuriger de ingestelde temperatuur kan worden
bereikt, maar de ingestelde temperatuur wordt over een langere periode bereikt.
➢
Minimale opening: een parameter die de kleinste mate van klepopening in percentages specificeert. Met deze
parameter kunnen gebruikers de klep enigszins open laten staan om een minimale luchtstroom in stand te houden.
LET OP
Als de minimale opening van de klep is ingesteld op 0% (volledig gesloten), werkt de pomp niet
wanneer de klep gesloten is.
➢
Openingstijd: een parameter die aangeeft hoe lang het duurt voordat de klepactuator de klep van 0% tot 100%
opent. Deze tijd moet overeenkomen met die van de klepactuator (zoals aangegeven op het typeplaatje).
➢
Meetpauze: deze parameter bepaalt de frequentie waarmee de watertemperatuur stroomafwaarts van de CH-
montageklep wordt gemeten (geregeld). Als de sensor een temperatuurverandering aangeeft (afwijking van het instelpunt),
wordt de solenoïdeklep met de vooraf ingestelde waarde geopend of gesloten om terug te keren naar de vooraf ingestelde
temperatuur.
➢
Klephysterese: deze optie wordt gebruikt om de temperatuurhysterese van de instelwaarde van de klep in te stellen.
Dit is het verschil tussen de vooraf ingestelde temperatuur en de temperatuur waarbij de klep begint met sluiten of openen.
Een voorbeeld:
Vooraf ingestelde kleptemperatuur: 50 °C
Hysterese: 2 °C
Klep gestopt: 50 °C
Klep geopend: 48 °C
Klep gesloten: 52 °C
Wanneer de ingestelde temperatuur 50 °C is en de hysterese 2 °C is, stopt de klep in één stand wanneer een temperatuur
van 50 °C wordt bereikt. Wanneer de temperatuur daalt tot 48 °C, wordt de klep geopend en wanneer 52 °C wordt bereikt,
wordt de klep gesloten om de temperatuur te verlagen.
➢
Kleptype: hiermee kunnen gebruikers de volgende kleptypen selecteren:
•
CH-klep: voor het regelen van de temperatuur in het CH-circuit met behulp van de klepsensor. De klepsensor moet
stroomafwaarts van de mengklep op de toevoerleiding worden geplaatst.
•
Vloerklep: voor het regelen van de temperatuur met behulp van de instellingen voor het vloerverwarmingcircuit.
De vloerfunctie beschermt het vloersysteem tegen overmatige temperaturen. Als het type klep is ingesteld op CH en is
aangesloten op het vloersysteem, kan dit tot schade aan het vloersysteem leiden.
en in de gesloten stand voor de vloerkleppen en het type Koeling.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
