Inhoudsopgave
Advertenties
➢
Boilerbescherming: de bescherming tegen een overmatige CH-temperatuur is bedoeld om een gevaarlijke stijging
van de boilertemperatuur te voorkomen. Gebruikers kunnen de maximaal toegestane boilertemperatuur instellen. In het
geval van een gevaarlijke temperatuurstijging wordt de klep geopend om de ketel af te koelen. Gebruikers kunnen ook de
maximaal toegestane CH-temperatuur instellen, waarna de klep wordt geopend (let op: dit mag alleen door een
gekwalificeerde persoon worden ingesteld).
LET OP
Deze functie is niet actief voor het type
➢
Terugvoerbescherming: met deze functie wordt de boiler beschermd tegen te koud water dat wordt teruggevoerd
uit het hoofdcircuit, wat corrosie bij lage temperaturen van de boiler kan veroorzaken. De terugvoerbescherming werkt zo
dat de klep wordt gesloten wanneer de temperatuur te laag is totdat het korte circuit van de boiler de vereiste temperatuur
bereikt.
LET OP
De functie wordt niet weergegeven voor het kleptype Koeling.
➢
Kleppomp
•
Bedrijfsmodi van de pomp: met deze functie kunnen gebruikers de bedrijfsmodus van de pomp selecteren:
Altijd AAN: de pomp is altijd actief, ongeacht de temperatuur
Altijd UIT: de pomp is permanent uitgeschakeld en de regelaar regelt alleen de klepbediening
Boven de drempelwaarde: de pomp wordt ingeschakeld boven de ingestelde schakeltemperatuur. Als de pomp
moet worden ingeschakeld boven de drempelwaarde moet ook de schakeltemperatuur van de pomp worden ingesteld.
Hierbij wordt rekening gehouden met de waarde vanuit de CH-sensor.
•
Inschakeltemperatuur pomp: deze optie is van toepassing op de pomp die boven de drempelwaarde is geactiveerd.
De kleppomp wordt ingeschakeld wanneer de boilersensor de schakeltemperatuur van de pomp bereikt.
•
Anti-stop van de pomp: als deze functie is ingeschakeld, wordt de kleppomp eens in de 10 dagen gedurende 2
minuten ingeschakeld. Hierdoor wordt voorkomen dat water het systeem buiten het verwarmingsseizoen vervuilt.
•
Sluiten onder de temperatuurdrempel: wanneer deze functie is geactiveerd (selecteer de optie AAN), blijft de klep
gesloten totdat de boilersensor de pompschakeltemperatuur bereikt.
•
Pompklep-ruimteregelaar: optie waarbij de ruimteregelaar de pomp na verwarming uitschakelt.
•
Alleen pomp: als deze functie is ingeschakeld, regelt de regelaar alleen de pomp en wordt de klep niet geregeld.
➢
Externe sensorkalibratie: deze functie wordt gebruikt om de externe sensor af te stellen. Dit gebeurt tijdens de
montage of na langdurig gebruik van de sensor als de weergegeven buitentemperatuur afwijkt van de daadwerkelijke
buitentemperatuur. Gebruikers kunnen de correctiewaarde die moet worden toegepast specificeren (aanpasbereik: -10 tot
+10 °C).
➢
Klepsluiting: een parameter waarin het gedrag van de klep in de CH-modus wordt ingesteld nadat deze is
uitgeschakeld. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de klep gesloten. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt de klep geopend.
➢
Wekelijkse klepregeling: met de wekelijkse functie kunnen gebruikers afwijkingen van de klepinsteltemperatuur op
specifieke tijden van specifieke dagen van de week programmeren. De ingestelde temperatuurafwijkingen liggen binnen het
bereik
Selecteer
Modus 1
of
Modus 2
gedetailleerde instellingen van deze modi in de volgende gedeelten van het submenu:
instellen.
LET OP
Als de aanvullende klepmodule van het model i-1 is, kunnen de anti-stopfuncties van de
pompen en de sluiting onder de drempelwaarde rechtstreeks vanuit het submenu van
die module worden ingesteld.
en vink de gekozen functie aan om de wekelijkse regeling in te schakelen. U vindt
Koeling
en Vloerklep.
van
22
+/- 10 °C.
Modus 1 instellen
en
Modus 2
Advertenties
Inhoudsopgave
