Vlees, gevogelte,
vis
Servies
Aanwijzingen voor het
braden
Aanwijzingen voor het
grillen
U kunt elke soort bakgerei gebruiken dat
hittebestendig is.
Voor grote braadstukken en gevogelte kunt u het
beste de draaispies en de emaillen bakplaat
gebruiken. Giet water op de emaillen bakplaat, zodat
de bodem bedekt wordt.
Zet het servies altijd midden op het rooster.
Heet serviesgoed van glas kunt u het beste op een
droge keukendoek. Is de ondergrond nat of koud, dan
kan het glas knappen.
Het braadresultaat is afhankelijk van het soort en de
kwaliteit van het vlees.
Doe bij mager vlees 2 tot 3 eetlepels vloeistof, bij
stoofvlees 8 tot 10 eetlepels, afhankelijk van de
grootte.
Draai stukken vlees na de helft van de braadtijd om.
Als het braadstuk klaar is, moet het nog 10 minuten in
een uitgeschakelde, gesloten oven blijven liggen. Het
vocht kan zich dan beter verdelen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk stukken van gelijke dikte om
te grillen. Ze moeten minstens 2 tot 3 cm dik zijn. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het
rooster. Als u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het
best wanneer u het midden op het rooster legt.
Schuif daarnaast de emaillen bakplaat op hoogte 1 in.
Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Keer het te grillen vlees na tweederde van de
opgegeven tijd.
47