Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding
Als in de leidingen compensatoren worden
gebruikt, moeten deze zo worden ondersteund dat
de pomp niet door druk in de leiding ontoelaatbaar
hoog wordt belast.
Vóór aansluiting op de pomp: Beschermende
afdekkingen van de pompstompen verwijderen.
Vóór inbedrijfstelling moeten het leidingnet, de
geïnstalleerde appendages en apparaten van
lasparels, hamerslag enz. worden gereinigd.
Installaties
die
drinkwatersystemen in verband staan moeten voor
inbouw en inbedrijfstelling goed van eventuele
verontreinigingen worden bevrijd.
Ter bescherming van de asafdichting (vooral van
glijringdichtingen)
aanbevolen bij het opstarten: zeef 800 micron in
zuig- / toevoerleiding.
Wordt het leidingnet met ingebouwde pomp
afgeperst,
dan:
huiseinddruk van de pomp resp. de asafdichting
aanhouden,
zie
orderbevestiging.
Bij leegloop van de leiding na drukproef de pomp
dienovereenkomstig
vastroesten en problemen bij inbedrijfstelling).
5.2.2 Extra aansluitingen
Eventueel vereiste afsluit- of spoelleidingen moeten
worden geïnstalleerd. In het gegevensblad en / of de
orderbevestiging vindt u welke leidingen, drukken en
hoeveelheden nodig zijn. Voor ligging en grootte van
de
aansluitingen
op
"Aansluitingen".
Deze aansluitingen zijn doorslaggevend voor de
functie en daarom absoluut noodzakelijk!
Een leiding voor het afvoeren van een eventuele
lekkage van de asafdichting wordt aangeraden. Voor
aansluiting zie appendix "Aansluitingen".
5.3 Aandrijving
De bedrijfshandleiding van de motorfabrikant moet
worden aangehouden.
6. Inbedrijfstelling, bedrijf, buitenbedrijfstelling
De installatie mag alleen door personeel in
bedrijf worden gesteld dat met de plaatselijke
veiligheidsbepalingen
bedrijfshandleiding
aanwezige
veiligheidsvoorschriften
veiligheidsinstructies) vertrouwd is.
6.1 Eerste inbedrijfstelling
Vóór het inschakelen van de pomp moet gewaarborgd
zijn dat onderstaande punten gecontroleerd en
uitgevoerd zijn:
Vóór
de
eerste
smeermaatregelen noodzakelijk.
LSB 100-dutch
Artikel nr. 771076132
direct
of
indirect
tegen
vreemde
lichamen
maximaal
toelaatbare
gegevensblad
en
conserveren
(anders
de
pomp
zie
appendix
en
met
(vooral
met
de
inbedrijfstelling
zijn
Blz. 11
Bij gebruik in zone 1 en 2 moet een motor met
geldige Atex-vergunning worden gebruikt.
Indien in het kader van de reparatie een nieuwe motor
wordt gebruikt, moet op het volgende worden gelet:
De motor moet aan de in blad 1220.1A608D
aangegeven eisen voldoen (indien nodig, bij de
fabrikant opvragen).
Motorstomp en motorflens van de nieuwe motor
goed schoonmaken (verfresten verwijderen).
met
5.4 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag alleen door een
vakman
elektrotechniek geldige regels en voorschriften,
vooral
veiligheidsmaatregelen. De voorschriften van de
plaatselijke energiebedrijven moeten eveneens
worden aangehouden.
/
of
Vóór begin van de werkzaamheden de gegevens op
het motorvermogensplaatje op overeenstemming met
het
plaatselijke
aanklemmen van de stroomtoevoerkabels van de
aangekoppelde
overeenstemming met het schakelschema van de
motorfabrikant
motorveiligheidsschakelaar worden aangebracht.
Op plaatsen waar ontploffingen plaats kunnen
vinden moet voor de elektrische installatie
bovendien IEC 60079-14 worden aangehouden.
Een controle van de draairichting mag alleen bij
gevulde pomp plaatsvinden. Drooglopen leidt
steeds tot vernielingen aan de pomp.
5.5 Eindcontrole
Het aggregaat moet zich op de steekas makkelijk met
de hand laten doordraaien.
Pomp en zuigleiding moeten bij inbedrijfstelling
volledig met vloeistof gevuld zijn.
deze
Aggregaat nogmaals met de hand doordraaien en
hierin
gelijkmatige lichtlopendheid controleren.
en
Controleren
gemonteerd
bedrijfsklaar zijn.
Eventueel aanwezige afsluit- of spoelleidingen
inschakelen. Voor hoeveelheden en drukken zie
gegevensblad en / of orderbevestiging.
Schuif in zuig- resp. toevoerleiding openen.
Schuif aan drukzijde op ca. 25% van het ontwerp-
geen
debiet
drukstompdoorlaat kleiner dan DN 200 kan de
schuif bij het opstarten ook gesloten blijven.
Bouwserie LSB
worden
uitgevoerd.
met
betrekking
stroomnet
controleren.
aandrijfmotor
plaatsvinden.
Er
of
lantaarnstuk-beschermplaten
en
alle
veiligheidsvoorzieningen
instellen.
Bij
pompen met nominale
De
in
de
tot
Het
moet
in
moet
een
Revisie 02
Uitgave 01/2010
Advertenties
Inhoudsopgave
