11.5.5 Instellen van de hysterese voor de grenswaarden
Een hysterese kan worden ingesteld voor de grens-
waarden van elke sensor (de sensoren worden
afzonderlijk ingesteld, maar de hysterese van de
twee grenswaarden van één sensor is gelijk).
ppm
ppm
Hysteresis
(Hysterese)
1/2 hysterese
1/2 hysterese
Afb. 9
Verdeling van de hysterese
M1 - hysterese
0,00 ppm
M2 - hysterese
0,00 ppm
"M2 - hysterese" wordt uitsluitend weergegeven
wanneer het apparaat is ingesteld op "2 sensors".
1. Stel voor elk item de hysterese in op de
gewenste waarde door op de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen te drukken.
– Instelbereik: 0 - 0,5 ppm
– Voorgestelde instelling: 0,2 ppm.
2. Bevestig elk item door op [OK] te drukken.
11.5.6 Instellen van de vertragingstijd voor
grenswaarde 2
Wanneer grenswaarde 2 wordt overschreden door
één van de twee sensoren, dan wordt doorgaans
een sprinkler-installatie getriggered, om het lek-
kende chloor chemisch te binden.
Om het direct triggeren van de alarmactiviteiten te
voorkomen wanneer de waarde slechts gedurende
een korte periode wordt overschreden, kan een ver-
tragingstijd worden ingevoerd.
Wanneer grenswaarde 2 wordt overschreden,
dan wordt het relais voor grenswaarde 2 pas geacti-
veerd nadat deze vertragingstijd is verstreken.
De alarmvertragingstijd begint wanneer de meet-
waarde voor een sensor de waarde overschrijdt voor
grenswaarde 2.
Het schakelen van het relais voor grenswaarde 2 en
het schakelen van het alarmrelais wordt vertraagd
(wanneer het alarmrelais is toegekend aan deze
grenswaarde).
Tijdvertraging
Grenswaarde 2 90 s
1
0
1
0
t
1. Stel de gewenste tijdsvertraging in door op de
[Omhoog] of [Omlaag] knop te drukken.
– Instelbereik: 0 tot 200 seconden
– Standaard instelling: 90 seconden.
2. Bevestig door op [OK] te drukken.
11.6 Inbedrijfstelling
1. Controleer of alle elektrische aansluitingen juist
zijn.
2. Schakel de voedingsspanning in.
– Nu voert het apparaat een sensortest uit.
Zie paragraaf
11.7.3
3. Controleer of alle instellingen correct zijn.
– Nu is het apparaat gebruiksklaar.
11.7 Lezen van meetwaarden en
foutmeldingen
Tijdens bedrijf, kunnen de meetwaarden en eventu-
ele foutmeldingen worden gelezen:
– Sensortestfout
– Overschrijding van grenswaarden.
11.7.1 Lezen van meetwaarden
In de displaymodus, kunnen de actueel gemeten
waarden altijd worden gelezen. Eén van de volgende
menu's wordt weergegeven.
Measured value (Meetwaarde)
x.xx ppm
– Wanneer één sensor is aangesloten.
M1
x.xx ppm
M2
x.xx ppm
– Wanneer twee sensoren zijn aangesloten.
Grenswaarde 2
Grenswaarde 1
Measured value
(Meetwaarde)
Relay 2 (Relais 2)
Relay 1 (Relais 1)
Sensorstoringen.
23