11.5 Basisinstellingen in het "Parameter"
menu
11.5.1 Overschakelen naar het "Parameter" menu
Eén van de volgende menu's wordt weergegeven in
de displaymodus.
Measured value (Meetwaarde)
x.xx ppm
M1
x.xx ppm
M2
x.xx ppm
1. Druk op [OK] om over te schakelen naar het
"Parameter" menu.
*Parameter*
11.5.2 Uitvoeren van een handmatige sensortest
Voorafgaande aan de eerste inbedrijfstelling, is het
mogelijk een sensortest uit te voeren om de werking
van de sensoren te controleren.
Dit item verschijnt als eerste in het "Parameter"
menu en hoeft niet te worden geselecteerd.
Sensor test (Test sensor)
handmatig
Off (Uit)
1. Druk op de [Omhoog] knop en dan op [OK].
Vervolgens wordt de sensortest uitgevoerd.
Sensor test...
- - - - - - - - - - - - - - - -
– Een voortgangsbalk wordt weergegeven terwijl
de sensortest wordt uitgevoerd.
– Hierna keert het apparaat terug naar de dis-
playmodus.
– Wanneer een sensorfout is gedetecteerd, dan
zal de corresponderende LED continu aan
zijn.
Om de melding te lezen:
1. Druk op de [Omlaag] knop.
– De volgende melding wordt weergegeven:
Sensor test (Test sensor)
fault (storing) M1
– Wanneer een storing in sensor 1 is gedetecteerd.
Sensor test (Test sensor)
fault (storing) M2
– Wanneer een storing in sensor 2 is gedetec-
teerd.
2. Controleer de sensor en bekabeling en vervang
beschadigde onderdelen indien nodig.
3. Voer de handmatige sensortest weer uit.
Schakel om verder te gaan na een sensortest weer
over naar het "Parameter" menu. Zie paragraaf
11.5.1 Overschakelen naar het "Parameter"
22
11.5.3 Instellen van de automatische sensortest
Het apparaat biedt de mogelijkheid om automatisch
sensortests uit te voeren met regelmatige tussenpo-
zen.
Test period (Testperiode)
1. Druk op de [Omhoog] knop om "Test period ON"
(test periode Aan) te kiezen
2. Druk op [OK].
Test period (Testperiode)
3. Selecteer het gewenste testinterval door op de
[Omhoog] of [Omlaag] knop te drukken.
– Instellen van het bereik: 0,5 tot 14 dagen
– Standaard instelling: 1 day (1 dag).
4. Bevestig door op [OK] te drukken.
– Nu worden de sensoren automatisch met het
geselecteerde interval getest.
11.5.4 Instellen van de grenswaarden voor de
sensoren
Waarschuwing
Bij het instellen van de grenswaarden,
moeten de lokale veiligheidsvoorschriften
worden aangehouden!
M1 - grenswaarde 1
M1 - grenswaarde 2
M2 - grenswaarde 1
M2 - grenswaarde 2
M2 - grenswaarde 1 / - grenswaarde 2 worden uit-
sluitend weergegeven wanneer het apparaat is inge-
steld op "2 sensoren".
1. Stel voor elk item de grenswaarde in op de
gewenste waarde door op de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen te drukken.
– Instellen van het bereik: 0 - 4,99 ppm.
2. Bevestig elk item door op [OK] te drukken.
menu.
Off (Uit)
1 day (1 dag)
1,50 ppm
3,00 ppm
1,50 ppm
3,00 ppm