Inhoudsopgave
Advertenties
7.3 Bij storing
7.3.1
Foutberichten
Handleiding van het bedieningspaneel
7.3.2
Problemen en oplossingen
Symptomen
De ketel start niet en er is geen storing in
de beveiligingsautomaat(rode
storingslamp is uit)
De brander gaat niet branden en er is
een storing in het beveiligingsautomaat
(het rode storingslamp brandt)
De brander gaat aan en de
beveiliginsautomaat gaat in de
wachtstand (brander uitgeschakelt en de
storingslamp knippert)
De brander gaat branden en de
beveiliginsautomaat gaat in de
storingsstand (stroringslamp brandt)
De brander gaat aan maar het vermogen
is beperkt
Gietijzeren blok vuil (zijde vuurhaard)
30
Waarschijnlijke oorzaak
De ketelthermostaat wordt niet
geactiveerd (geen warmte
opgevraag)
De regelaar (optie) wordt niet
geactiveerd (geen warmte
opgevraag)
Als gevolg van oververhitting is
de veiligheidsthermostaat
aangesproken
Geen stroom
Beveiliging door gasgebrek
Defecte gasklep
Geen vonk bij de elektrode
Geen ionisatiestroom
Uitschakeling van de thermostaat
terugslagbeveiliging.
Omkering van de fasedraad en
de nulgeleider op het
bedieningspaneel van de ketel.
Gasdruk te laag
Filter vuil
Gasblok defect
Defecte gasklep
Ongeschikte spuitstukken
Druk stroomopwaarts te hoog
Vuile brander
Te weinig ventilatie in het
ketelhuis of ventilatie slecht
geplaatst
Defecte gasklep
GS 140 N BE (Propaan)
Vraag warmte op met behulp van de ketelthermostaat of ter hoogte van de
regelaar (optie)
Neem de oorzaak van de oververhitting weg en voer een reset uit op de
veiligheidsthermostaat
Zet de Aan/Uitschakelaar op
Ontlucht de gasaanvoerleiding en schakel vervolgens de resetknop van het
bedieningspaneel in
Controleer de gasklep en vervang deze, indien nodig
Controleer de aansluiting van de elektriciteitskabels op het
beveiligingsautomaat en op de elektrode
Controleer de aansluiting van de ionisatie elektrode en de massadraad
Controleer de stand van de ionisatie elektrode en van de vlamverdeler van
de ontstekingsbrander
Controleer de goede trek ter hoogte van de aansluiting op de schoorsteen.
De vlambeveiligingsautomaat resetten.
Controleer de goede staat van de thermische terugslagbeveiliging. De
vlambeveiligingsautomaat resetten.
Wij vestigen uw aandacht op de ernst van ongepaste
ingrepen aan het controleorgaan van de rookgasafvoer:
een gebrekkige afvoer moet verholpen worden door de trek
in de schoorsteen te verbeteren.
Indien de thermostaat defect is, moet hij verplicht
vervangen worden door een aanbevolen onderdeel uit onze
"Reserveonderdelenlijst". De stand van deze beveiliging,
die bepaald wordt door de 2 nokken van de
bevestigingshaak die in de 2 openingen van de
trekonderbreker zitten, mag in geen geval gewijzigd
worden. De thermostaat mag niet buiten werking gesteld
worden.
Sluit de fase aan op de klem 1 en de nulgeleider op de klem 2.
Controleer de gasaanvoer
Het filter reinigen
Vervang het gasblok
Controleer de gasklep en vervang deze, indien nodig
Controleer de spuitstukken
Controleer de gasaanvoer
De brander reinigen
Maak de luchtopeningen groter, stroomlijn de luchtopeningen
Controleer de gasklep en vervang deze, indien nodig
Oplossing
03/09/07 - 300000840-001-B
Advertenties
Inhoudsopgave
