4.4 Hydraulische aansluiting
4.4.1
Regelgevingen
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke
voorschriften, de regels van de kunst en de aanwijzingen in deze
handleiding.
Plaatsing van de ketel op een nieuwe installatie
(installatie van minder dan 6 maanden)
- Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het
afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel).
- Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
Plaatsing van de ketel op een bestaande installatie
- Ontslijk de installatie met een ontslijkingsmiddel.
- Spoel de installatie door.
- Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het
afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel).
Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke
voorschriften, de regels van de kunst en de aanwijzingen in deze
handleiding.
4.4.2
Hydraulische aansluiting van de verwarmingskring
4.4.3
Hydraulische aansluiting van de sanitaire waterkring
Zie: Handleiding van het sanitair-warmwatertoestel.
03/09/07 - 300000840-001-B
Voorschriften
Tussen de verwarmingsketel en de veiligheidskleppen
mag geen enkel orgaan gemonteerd worden dat de leiding
geheel of gedeeltelijk dichtstopt.
(Richtlijnen voor een juist gebruik)
Verwarmingsinstallaties
gemonteerd
verwarmingswater en van de daaraan toegevoegde
producten naar de drinkwaterleiding vermeden wordt
(artikel 16-7 van het model van het departementaal
gezondheidsreglement). Er moet een ontkoppelaar CB
(ontkoppelaar met verschillende, niet controleerbare
drukzones) geïnstalleerd worden voor het vullen van de
verwarmingskring volgens de norm NF P 43-011.
Voordat u de hydraulische aansluitingen van de verwarmingskring tot
stand brengt, is het absoluut noodzakelijk de leidingen te spoelen om
geen metalen deeltjes door te laten die bepaalde organen
(veiligheidsklep, pompen, afsluiter...) zouden kunnen beschadigen.
In het geval dat de ketel op het hoogste punt van de installatie
geïnstalleerd is, moet deze voorzien worden van een controleorgaan
voor vaststelling van watergebrek of een controleorgaan voor de
waterdruk.
1. Vertrek verwarming
2. Terugloop verwarming
3. Aftapkraan (aansluiting voor een leiding met een binnen-Ø van
14 mm)
Isoleer de vertrek- en retourleidingen van de verwarming pas
vanaf de buitenkant van de ketelmantel.
De aftapping mag worden aangesloten op een slang.
GS 140 N BE (Propaan)
moeten
zo
worden
dat
het
terugstromen
ontworpen
en
van
19