3.3 Voornaamste componenten
1
2
9
6
4
10
8518N002
1. Beveiligingsautomaat:
Deze is gemonteerd op het gasblok en regelt en controleert de
ontsteking, de werking en de uitdoving van de brander.
2. Gasregelmodule:
Deze is standaard voorzien van een zogenaamde regelklep en
10
veiligheidsklep met progressieve opening, bestuurd door de
regelkring van de ketel.
3. Gastoevoer
11
4. Brander
5. Vlamkijker
6. Ontstekingselektrode:
3
Verzorgt de ontsteking van de ontstekingsbrander door een
hoogspanningsvonk.
5
7. Ionisatiesonde:
8
Deze detecteert d.m.v. ionisatie de aanwezigheid van de
7
brandervlam.
8. Ontstekingsbrander
9. Gastoevoerleiding voor de ontstekingsbrander
10. Thermostaat terugslagbeveiliging (op de achterwand van de
trekonderbreker)
In geval van terugslag van de rookgassen schakelt hij de brander
uit en wordt de ketel gedurende 15 minuten in stand-by gezet. Hij
mag niet buiten werking gezet of verplaatst worden.Na het
afkoelen van deze thermostaat en de tijdschakeling van 15
minuten (aangegeven door het knipperen van het alarmlichtje op
het bedieningspaneel) start de ketel weer op normale wijze.
11. Dompelbuis
GS 140 N BE (Propaan)
03/09/07 - 300000840-001-B