6.3.5
Verwijderen en installeren van de inlaatklep
54
2
1
4
5
3
Voordat de inlaatklep kan worden verwijderd moet eerst de stoomcilinder
worden verwijderd (zie hoofdstuk 6.3.1)
1. Maak de elektrische bedrading los (hierbij behoeft geen rekening te
worden gehouden met de polariteit).
2. Maak de slangklem los een haal de slang van de aansluiting
3. Maak de moer van de wateraansluiting los.
4. Maak de twee schroeven aan de onderzijde van de behuizing los met
een schroevendraaier en verwijder dan de inlaatklep.
5. Haal met een punttang het filter uit de inlaatklep.
Het installeren van de inlaatklep vindt plaats in omgekeerde volgorde.
De moer van de wateraansluiting behoeft slechts met de hand (hand-
vast) te worden vastgezet.