Inzoomen op uw onderwerp
U kunt inzoomen van groothoek (waarbij er meer achtergrond om het onderwerp
te zien is) tot telefoto (waarbij het onderwerp tweemaal zo dichtbij komt). Om de
zoomfunctie te kunnen gebruiken moet de fotokwaliteit zijn ingesteld op Good
(goed). Voor informatie over het instellen van de fotokwaliteit, Zie "De
fotokwaliteit bijstellen" op pagina 16.
De flitser instellen
Gebruik de flitser voor foto's die u 's avonds, binnen, of buiten in donkere
schaduwen maakt. Uw camera heeft drie flitseropties en een bereik van 2,5 meter
en is dus geschikt voor de meeste omstandigheden.
WAARSCHUWING: Gebruik de flitser nooit dicht bij de ogen van een
persoon, in het bijzonder een jong kind, of een dier. Het intense flitslicht kan
de ogen permanent beschadigen als het te dicht bij de ogen wordt gebruikt.
Wanneer u de flitser gebruikt, moet de camera minimaal 1,5 meter van de
gefotografeerde persoon worden gehouden.
A c c e s s e d
i n t e r n a l memo r y .
T o a c c e s s c a r d ,
i n s e r t memo r y c a r d
14
1
Schuif de aan/uit-keuzeknop naar de stand
.
2
Druk op de knop
Het onderwerp op het LCD wordt uitvergroot.
3
Om naar normale grootte terug te keren, drukt
u op de knop
1
Schuif de aan/uit-keuzeknop naar de stand
.
.
.