evenwicht. Op deze wijze kunt u het apparaat vooral in onver-
wachte situaties beter controleren.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag géén wijde kle-
ding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen
van bewegende onderdelen verwijderd. Vlotte kleding,
sieraden of haren kunnen door bewegende onderdelen wordt in-
getrokken.
g) Wanneer stofafzuigingsinrichtingen en -opvanginrich-
tingen gemonteerd worden, dient u te waarborgen dat
deze zijn aangesloten en correct worden gebruikt. Het
gebruik van deze inrichtingen vermindert het gevaar door stof.
Zorgvuldige omgang met en gebruik van
elektrische apparaten
a) Belast het apparaat nooit te zwaar. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde gereedschap.
Met het geschikte elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger
in het voorgeschreven vermogensbereik.
b) Gebruik géén elektrisch gereedschap met een defecte
schakelaar. Een elektrisch gereedschap dat niet meer in- of uit-
geschakeld kan worden, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de steker uit de contactdoos en / of verwijder de
accu voordat u apparaatinstellingen uitvoert, toebeho-
ren vervangt of het apparaat weglegt. Hierdoor voorkomt
u dat het elektrische apparaat abusievelijk ingeschakeld wordt.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen
buiten het bereik van kinderen. Laat personen, die
niet op de hoogte zijn van deze instructies of die ze
niet hebben gelezen, het elektrisch gereedschap niet
gebruiken. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer
ze door onervaren personen worden gebruikt.
56 NL/BE