Beschrijving van de werking
TIG-lassen
5.3
TIG-lassen
5.3.1
Selecteren TIG-laswerk
Bedienings-
element
5.3.2
TIG-lasstroominstelling
De lasstroom wordt in principe via de draaiknop "draadsnelheid" ingesteld.
5.3.3
TIG-lasgegevens-display
Links en rechts naast de LCD-display van de besturing bevinden zich telkens 2 „pijltjetoetsen" voor het
selecteren van de weer te geven lasparameters. Met de toets
boven en met de toets
Zodra er na het lassen (bij weergave van de hold-waarden) instellingen wijzigen, schakelt de display om
naar de instelwaarden.
Binnen de lasmethode TIG kunnen 4 lasparameters worden geselecteerd:
lasstroom en Wolfram-elektrodediameter (linker kant) en lasspanning en JOB-nr. (rechter kant).
De parameters kunnen vóór (instelwaarden) of tijdens (werkelijke waarden) het lassen worden
weergegeven.
Parameter
Lasstroom
Wolfram-elektrodediameter
Lasspanning
JOB-nr.
68
Actie
Resultaat
De verschillende lasmethoden worden doorlopen
tot het controlelampje van de vereiste
X x
lasmethode brandt.
Lasstroom wordt ingesteld
van boven naar onder doorgebladerd.
Afbeelding 5-30
worden de parameters van onder naar
Vóór het lassen
Instelwaarde
Display
De instelwaarden
voor lasstroom en -
spanning worden
weergegeven.
Lasstroom en span-
ning veranderen
overeenkomstig de
instelling
Tijdens het lassen
Werkelijke
Instelwaarde
waarde
Art.nr.:099-004833-EWM05