5.2.8.3
MIG/MAG-parameteroverzicht M3.1x
Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens
(werkpunten) resp. lasprogramma's nodig.
Voor elk programma zijn
•
Draadsnelheid
•
Correctie van de booglengte en
•
Dynamiek / smoorspoelwerking
afzonderlijk in te stellen.
U kunt 15 verschillende programma's (PROG 1 tot PROG 15) definiëren. Tijdens het lassen kunt u tussen
de verschillende programma's omschakelen.
Display
act.Prg.: X
P0 U2 :+0,0 V
P1 15 UK :+2,0 V
P1 15 DK : 20%
P1 DV2 :+2,0m/m
P1 U2 :+0,0 V
P1 DYN2: + 0
|
P2 t/m P14
|
P15 DV2 :+2,0m/m
P15 U2 :+0,0 V
P15 DYN2: + 0
5.2.9
MIG/MAG-standaardtoorts
De branderknop van de MIG-lastoortsen dient in principe om het lasproces te starten en te stoppen.
Bedieningselementen
Toortsknop
Bovendien is door het tippen van de branderknop, naargelang de apparaatbesturingconfiguratie,
ook het omschakelen tussen lasprogramma's mogelijk.
(zie hoofdstuk "Programmaomschakeling met standaardtoortsen (P8)")
Art.nr.:099-004833-EWM05
Betekenis / verklaring
Actief programma A
Correctie van de lichtbooglengte (Offset DV-apparaat)
Beperking van het instelbereik van de
spanningscorrectie in het programma
Beperking van het correctiebereik van de
draadcorrectie (raadpleeg hoofdstuk Speciale
parameters "draadtoevoerapparaat DRIVE 4 P" voor
meer aanwijzingen.
Draadsnelheid
Correctie van de lichtbooglengte
Dynamiek / smoorspoelwerking
P2 t/m P14
Draadsnelheid
Correctie van de lichtbooglengte
Dynamiek / smoorspoelwerking
Functies
•
Lassen starten/stoppen
Beschrijving van de werking
|
|
MIG/MAG-lassen
Instelbereik
0 tot 15
-9,9 V tot +9,9 V
0,0 V tot +9,9 V
0 % tot 30 %
0,1 m/min tot 20,0 m/min
-9,9 V tot +9,9 V
-40 % tot +40 %
|
P2 t/m P14
|
0,1 m/min tot 20,0 m/min
-9,9 V tot +9,9 V
-40 % tot +40 %
65