Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Bedieningshandleidingen
Lasapparatuur voor MIG/MAG, TIG- en E-Hand-
lassen
PHOENIX 301,351,421,521 EXPERT forceArc
PHOENIX 301,351,421,521 EXPERT PULS forceArc
PHOENIX 521 EXPERT HIGHSPEED
PHOENIX EXPERT DRIVE 4,4L,4HS
Lees vóór het in gebruik nemen altijd eerst de bedieningshandleiding!
Bij niet lezen bestaat er gevaar!
Het lasapparaat mag alleen worden bediend door personen die vertrouwd zijn met de geldende
veiligheidsvoorschriften!
De apparatuur is voorzien van het CE-keurmerk en voldoet zodoende aan de
EG-laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG)
EG-EMC-richtlijn (2004/108/EG)
De apparatuur kan overeenkomstig IEC 60974, EN 60974, VDE 0544 in omgevingen met een
verhoogd elektrisch risico worden gebruikt.
© 2008 Wijzigingen voorbehouden!
Dr. Günter-Henle-Straße 8 • D-56271 Mündersbach
Fon +49 2680 181-0 • Fax +49 2680 181-244
Art.nr.:099-004833-EWM05
HIGHTEC WELDING GmbH
www.ewm.de
info@ewm.de
Stand: 10.04.2008
EWM

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor EWM HIGHTEC WELDING PHOENIX 301 EXPERT forceArc

  • Pagina 1 HIGHTEC WELDING GmbH Dr. Günter-Henle-Straße 8 • D-56271 Mündersbach Fon +49 2680 181-0 • Fax +49 2680 181-244 www.ewm.de • info@ewm.de Bedieningshandleidingen Lasapparatuur voor MIG/MAG, TIG- en E-Hand- lassen PHOENIX 301,351,421,521 EXPERT forceArc PHOENIX 301,351,421,521 EXPERT PULS forceArc PHOENIX 521 EXPERT HIGHSPEED PHOENIX EXPERT DRIVE 4,4L,4HS Lees vóór het in gebruik nemen altijd eerst de bedieningshandleiding! Bij niet lezen bestaat er gevaar!
  • Pagina 2 Geachte klant, Van harte proficiat dat u voor een kwaliteitsproduct van EWM HIGHTEC WELDING GmbH heeft gekozen. EWM-apparaten boeken dankzij hun PREMIUM-kwaliteit resultaten van de hoogste perfectie. En daarop verlenen wij graag 3 volle jaren garantie overeenkomstig onze bedieningshandleiding. Wij ontwikkelen en produceren kwaliteit! Van de kleinste component tot het afgewerkte eindproduct dragen wij de verantwoordelijkheid voor onze machines.
  • Pagina 3: Apparaat- En Firmagegevens

    Apparaat- en firmagegevens Noteer hier de EWM-apparaatgegevens en uw firmagegevens. EWM HIGHTEC WELDING GMBH D-56271 MÜNDERSBACH TYP: SNR: ART: PROJ: GEPRÜFT/CONTROL: Klant / firmanaam Klant / firmanaam Straat en huisnummer Straat en huisnummer Postcode / plaats Postcode / plaats Land...
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Voor uw veiligheid Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................4 2 Veiligheidsrichtlijnen ..........................9 Voor uw veiligheid ..........................9 Transport en installatie.........................11 2.2.1 Omgevingscondities .....................11 Veiligheidsregels bij het transporteren met een kraan..............12 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding .............12 3 Technische gegevens ..........................13 PHOENIX 301;...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Voor uw veiligheid 5.2.5.9 4-takt-modus met wisselende lasmethodes..........49 5.2.5.10 4-takt speciaal ..................... 50 5.2.5.11 4-takt speciaal met omschakeling van de lasmethode ....... 51 5.2.5.12 4-takt speciaal met superpuls ..............52 5.2.5.13 4-takt speciaal met wisselende lasmethodes ..........53 5.2.6 MIG/MAG automatisch uitschakelen ................
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Voor uw veiligheid 5.5.6.1 Omschakeling tussen push/pull en tussenaandrijving ........80 Sleutelschakelaar.........................81 Bedrijfsurenteller ..........................81 Afstandsbedieningen........................82 5.8.1 Handafstandsbediening R10 ..................82 5.8.2 Handafstandsbediening R20 ..................83 5.8.3 Handafstandsbediening R40 ..................83 Overige functies van de lasapparatuurbesturing .................84 5.9.1 JOB-informatie weergeven (Job-Info)................84 5.9.2 JOBs organiseren (Job-Manager) ................84 5.9.2.1 Nieuwe JOB in het vrije geheugengedeelte aanmaken resp.
  • Pagina 7 10.3 Afstandsbediening / aansluitkabel ..................... 124 10.4 Opties............................124 10.5 Computercommunicatie......................124 11 Elektrische schema's.........................125 11.1 PHOENIX 301 EXPERT forceArc....................125 11.2 PHOENIX 351 EXPERT forceArc....................128 11.3 PHOENIX 421 EXPERT forceArc....................130 11.4 PHOENIX 521 EXPERT forceArc....................132 11.5 PHOENIX DRIVE 4; 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4; 4L............134 11.6 PHOENIX EXPERT DRIVE 4HS ....................136...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Voor uw veiligheid 13 Bijlage B ..............................138 13.1 Job - Toewijzingen ........................138 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 9: Veiligheidsrichtlijnen

    Veiligheidsrichtlijnen Voor uw veiligheid Veiligheidsrichtlijnen Voor uw veiligheid Neem de voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht! Het niet in acht nemen van de volgende veiligheidsmaatregelen kan levensgevaarlijk zijn! Gebruik overeenkomstig de bestemming: dit apparaat is gefabriceerd overeenkomstig de huidige stand van de techniek en regels resp. normen.
  • Pagina 10 Veiligheidsrichtlijnen Voor uw veiligheid Het werkstuk, rondspattende vonken en druppels zijn heet! • Houd kinderen en dieren op afstand van de plaats waar gewerkt wordt. Hun gedrag is niet berekenbaar. • Verwijder reservoirs met brandbare of explosieve vloeistoffen van de plaats waar gewerkt wordt. Er bestaat brand- en explosiegevaar.
  • Pagina 11: Transport En Installatie

    Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie Transport en installatie De apparaten mogen uitsluitend rechtop worden getransporteerd en gebruikt! Vóór het verplaatsen of verschuiven de stekker uit het stopcontact trekken en op het apparaat leggen. Bij het verplaatsen en opstellen van de stroombron is slechts tot een hoek van 10° (conform EN 60974-A-2) gewaarborgd dat deze niet omkiept.
  • Pagina 12: Veiligheidsregels Bij Het Transporteren Met Een Kraan

    Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsregels bij het transporteren met een kraan Veiligheidsregels bij het transporteren met een kraan Neem absoluut de voorschriften ter voorkoming van ongevallen (VBG 9, VBG 9a en VBG 15) in acht. Apparaten mogen uitsluitend aan de kraanogen worden getakeld (niet aan de transportstang)! •...
  • Pagina 13: Technische Gegevens

    Technische gegevens PHOENIX 301; 351 EXPERT forceArc Technische gegevens PHOENIX 301; 351 EXPERT forceArc PHOENIX Instelbereik lasstroom/-spanning: 5 A / 10,2 V - 300 A / 22,0 V 5 A / 10,2 V - 350 A / 24,0 V Elektrodelassen 5 A / 20,2 V - 300 A / 32,0 V 5 A / 20,2 V - 350 A / 34,0 V MIG/MAG...
  • Pagina 14: Phoenix 421; 521 Expert Forcearc

    Technische gegevens PHOENIX 421; 521 EXPERT forceArc PHOENIX 421; 521 EXPERT forceArc PHOENIX Instelbereik lasstroom/-spanning: 5 A / 10,2 V - 420 A / 26,8 V 5 A / 10,2 V - 520 A / 40,8 V 5 A / 20,2 V - 420 A / 36,8 V 5 A / 20,2 V - 520 A / 40,8 V Elektrodelassen 5 A / 14,3 V - 420 A / 35,0 V...
  • Pagina 15: Phoenix Drive 4; 4L; Phoenix Expert Drive 4; 4L

    Technische gegevens PHOENIX DRIVE 4; 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4; 4L PHOENIX DRIVE 4; 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4; 4L PHOENIX DRIVE 4 DRIVE 4L 42 VAC / 60 VDC Voedingsspanning 520A Max. lasstroom bij 60% ED 0,5m/min tot 24m/min Draadaandrijfsnelheid 1,0 + 1,2mm (voor staaldraad) Standaard draadaanvoerrol...
  • Pagina 16: Beschrijving Van De Apparatuur

    Beschrijving van de apparatuur PHOENIX 301; 351; 421; 521 EXPERT forceArc Beschrijving van de apparatuur PHOENIX 301; 351; 421; 521 EXPERT forceArc 4.1.1 Vooraanzicht In de tekst wordt de maximale configuratie van het apparaat beschreven. Eventueel moet de optionele aansluitmogelijkheid worden aangebracht (zie hoofdstuk Accessoires).
  • Pagina 17 Beschrijving van de apparatuur PHOENIX 301; 351; 421; 521 EXPERT forceArc Pos. Symbool Beschrijving Draadtoevoerapparaat Kraanoog Transporthandgreep Hoofdschakelaar, lasapparaat Aan/Uit Inlaatopening koellucht Knop "zekeringsautomaat koelmiddelpomp" (Geactiveerde zekering door Bevestigen resetten) Transportwielen, zwenkwielen Koelmiddeltank Dop koelmiddeltank Aansluitbus, lasstroom „-“ • MIG/MAG-lassen: werkstukaansluiting •...
  • Pagina 18: Achteraanzicht

    Beschrijving van de apparatuur PHOENIX 301; 351; 421; 521 EXPERT forceArc 4.1.2 Achteraanzicht Afbeelding 4-2 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 19 Beschrijving van de apparatuur PHOENIX 301; 351; 421; 521 EXPERT forceArc Pos. Symbool Beschrijving Kraanoog Knop "zekeringsautomaat" Beveiliging voedingspanning draadtoevoermotor (doorgeslagen zekering aanraken om te resetten) 42V/4A Aansluitbus 7-polig (digitaal) Aansluiting draadtoevoerapparaat Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires (documentatie-interface, robotinterface of digital afstandsbediening, enz.) PC-interface, serieel (D-SUB aansluitbus 9-polig)
  • Pagina 20: Phoenix Drive 4L; Phoenix Expert Drive 4L

    Beschrijving van de apparatuur PHOENIX DRIVE 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4L PHOENIX DRIVE 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4L 4.2.1 Vooraanzicht Afbeelding 4-3 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 21 Beschrijving van de apparatuur PHOENIX DRIVE 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4L Pos. Symbool Beschrijving Afsluitschuif, vergrendeling van de veiligheidsklep Afdekking van de draadtransporteenheid en bedieningselementen Transporthandgreep met geïntegreerd kraanoog Draadspoelhuis Bedieningselementen (zie hoofdstuk "Beschrijving van de werking") Spoelkop Draadtransporteenheid Eurocentraal-aansluiting (lastoortsaansluiting) Lasstroom, inert-gas en toortsknop geïntegreeerd Sticker "slijtende onderdelen draadtoevoer"...
  • Pagina 22: Achteraanzicht

    Beschrijving van de apparatuur PHOENIX DRIVE 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4L 4.2.2 Achteraanzicht Afbeelding 4-4 Pos. Symbool Beschrijving Trekontlasting tussenslangpakket Aansluitbus 7-polig (digitaal) • Besturingskabel draadtoevoerapparaat Aansluitnippel G¼", aansluiting inert gas Snelkoppeling, rood (retourleiding koelmiddel) Snelkoppeling, blauw (toevoerleiding koelmiddel) Aansluitstekker, lasstroom „+“ Lasstroomaansluiting draadtoevoerapparaat Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 23: Phoenix Drive 4; Phoenix Expert Drive 4

    Beschrijving van de apparatuur PHOENIX DRIVE 4; PHOENIX EXPERT DRIVE 4 PHOENIX DRIVE 4; PHOENIX EXPERT DRIVE 4 4.3.1 Vooraanzicht Afbeelding 4-5 Pos. Symbool Beschrijving Afdekking van de draadtransporteenheid en bedieningselementen Transportstang Besturing / Bedieningselementen (zie hoofdstuk Beschrijving van functie) Rubberen voetjes Met handgreep (vergrendeling) om de afdekking te openen Afsluitschuif, vergrendeling van de veiligheidsklep...
  • Pagina 24: Binnenaanzicht

    Beschrijving van de apparatuur PHOENIX DRIVE 4; PHOENIX EXPERT DRIVE 4 4.3.2 Binnenaanzicht Afbeelding 4-6 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 25 Beschrijving van de apparatuur PHOENIX DRIVE 4; PHOENIX EXPERT DRIVE 4 Pos. Symbool Beschrijving Bedieningselementen (zie hoofdstuk "Beschrijving van de werking") Draadtransporteenheid Aansluitbus 7-polig (digitaal) • Besturingskabel draadtoevoerapparaat Aansluitnippel G¼", aansluiting inert gas Spoelkop Snelkoppeling, blauw (toevoerleiding koelmiddel) Aansluitstekker, lasstroom „+“ Lasstroomaansluiting draadtoevoerapparaat Snelkoppeling, rood (retourleiding koelmiddel) Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 26: Beschrijving Van De Werking

    Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen 5.1.1 Lasapparatuurbesturing Afbeelding 5-1 Pos. Symbool Beschrijving Toetsen „Up“ en „Down“, links Omschakelen van de digitale display tussen de volgende lasparameters: Lasstroom (instelwaarde, werkelijke waarde en hold-waarde) Materiaaldikte (instelwaarde) Draadsnelheid (instelwaarde, werkelijke waarde en hold-waarde) buiten werking...
  • Pagina 27 Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Toets „Selecteren soort materiaal“ SG2/3 G3/4 Si1 CrNi SG2/3 Staal CrNiMn G3/4 Si1 CuSi CuSi Chroom/nikkel CrNi CuAl Chroom/nikkel/mangaan CrNiMn AlMg AlSi AlSi Koper/silicium CuSi Al99 Koper/aluminium CuAl Aluminium / magnesium AlMg Aluminium / silicium AlSi...
  • Pagina 28: Besturing Draadtoevoerapparaat M3.70

    Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen 5.1.2 Besturing draadtoevoerapparaat M3.70 EXPERT M 3.70 Super- puls VOLT PROG HOLD m/min Afbeelding 5-2 Pos. Symbool Beschrijving Taste „Parameteranwahl “ (links) Schweißstrom (Ist-, Soll-, und Holdwerte) HOLD Materialdicke (Sollwert) Drahtgeschwindigkeit (Ist-, Soll-, und Holdwerte) Nach jedem beendeten Schweißvorgang werden die zuletzt HOLD geschweißten Werte der Parameter im Hauptprogramm am Display...
  • Pagina 29 Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Draaiknop "correctie van de booglengte/programmanummer" • Correctie van de booglengte van -9,9 V tot +9,9 V • Instelling van programmanummer 0-15 (niet mogelijk wanneer accessoires, zoals een programmatoorts, zijn aangesloten) LED-display, 3 posities (rechts) Weergave parameters en waarden: lasspanning, programmanummer, koelmiddeltekort, temperatuurfout...
  • Pagina 30: Verdekte Bedieningselementen

    Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen 5.1.2.1 Verdekte bedieningselementen EXPERT M 3.70 Super- puls Afbeelding 5-3 Pos. Symbool Beschrijving Toets „Selecteren lasparameters“ Met deze toets worden de lasparameters ingesteld in functie van de toegepaste lasmethode en de bedrijfsmodus. LED "Gasvoorstroomtijd" Instelbereik 0,0 sec tot 20,0 sec LED "Startprogramma (P )"...
  • Pagina 31 Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving LED "Gasnastroomtijd" Instelbereik 0,0 sec tot 20,0 sec LED "Superpuls" Super- Brandt wanneer de functie is geactiveerd puls Toets "Speciale job" Selecteren van de speciale jobs SP1 tot SP3 (JOB 129 tot 131) Toets "draad invoeren"...
  • Pagina 32: Besturing Draadtoevoerapparaat M3.00

    Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen 5.1.3 Besturing draadtoevoerapparaat M3.00 M 3.00 8 9 10 m/min - V + Afbeelding 5-4 Pos. Symbool Beschrijving 6 7 8 9 10 Draaiknop "draadsnelheid" Traploze instelling van de draadsnelheid van min. tot max. (lasvermogen, enkelknopsbediening) m/min Controlelampjes "Draadtoevoer min.
  • Pagina 33: Bedieningselementen In Het Apparaat

    Beschrijving van de werking Besturing - bedieningselementen 5.1.4 Bedieningselementen in het apparaat Programm Up / Down PHOENIX DRIVE 4 L PHOENIX DRIVE 4 Afbeelding 5-5 Pos. Symbool Beschrijving Omschakelknop "Programma of Up-/Down-functie" Deze omschakelknop werkt uitsluitend op de POWERCONTROL / POWERCONTROL 2-lastoorts Lasprogramma’s met POWERCONTROL 2-Programmatoorts Programm...
  • Pagina 34: Mig/Mag-Lassen

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen MIG/MAG-lassen 5.2.1 Definitie soorten MIG/MAG-laswerk De lasapparatenserie PHOENIX is zo ontworpen dat deze zeer eenvoudig en snel te bedienen is, maar anderzijds qua functionele mogelijkheden niets te wensen over laat. Voor de meest gangbare toepassingen zijn reeds 128 voorgeprogrammeerde JOBs (soorten laswerkzaamheden) opgeslagen.
  • Pagina 35: Selecteren Mig/Mag-Laswerk

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen Pos. Beschrijving Draaiknop "draadsnelheid" Draaiknop "correctie van de booglengte" Toets „Selecteren lasmethode“ Toets „Selecteren soort materiaal“ Toets "Selecteren draaddiameter / selecteren speciale job‘s" Toets „Selecteren soort gas“ 5.2.2 Selecteren MIG/MAG-laswerk 5.2.2.1 Basis-lasparameters Het soort laswerk wordt op de besturing van het lasapparaat geselecteerd. LED's geven de geselecteerde lasparameters aan.
  • Pagina 36: Smoorspoelwerking/Dynamiek

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen PHOENIX DRIVE 4 / 4L M3.7x Selectie soort lassen Geen wijziging Het controlelampje geeft de selectie weer. MIG/MAG-standaardlassen MIG/MAG-pulsbooglassen 5.2.2.4 Smoorspoelwerking/dynamiek PHOENIX DRIVE 4 M3.00 Bedieningselem Actie Resultaat Display Draaischakelaar "dynamiekcorrectie / geen wijziging smoorspoelwerking" Instelling correctie dynamiek of smoorspoelwerking in 9 trappen (harde/smalle tot zachte/brede vlamboog)
  • Pagina 37: Terugbranden Draad

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.2.6 Terugbranden draad M3.10: Bedieningselem Actie Resultaat Display Selecteren modus programmaverloop Programmastappen Selecteer parameter “RUECK” met de toetsen RUECK 2-500 “Up” en “Down” (links) Aanpassen van de geselecteerde parameter met RUECK 2-500 de toetsen “Up” en “Down”...
  • Pagina 38: Mig/Mag - Werkpunt

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.3 MIG/MAG - werkpunt Het werkpunt (lasvermogen) wordt volgens het principe van de MIG/MAG-eenknopsbediening ingesteld, d.w.z. de gebruiker hoeft voor de instelling van zijn werkpunt bijv. alleen de gewenste draadsnelheid in te stellen en het digitale systeem berekent de optimale waarden voor lasstroom en -spanning (werkpunt). Het werkpunt kan ook door accessoires, zoals een afstandsbediening, lastoorts, enz.
  • Pagina 39: Smoorspoelwerking/Dynamiek

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.3.4 Smoorspoelwerking/dynamiek PHOENIX DRIVE 4 M3.00 Bedieningselem Actie Resultaat Display Draaischakelaar "dynamiekcorrectie / geen wijziging smoorspoelwerking" Instelling correctie dynamiek of smoorspoelwerking in 9 trappen (harde/smalle tot zachte/brede vlamboog) PHOENIX DRIVE 4 M3.7x Selectie lasparameter dynamiek -40 tot +40 Dynamiek brandt.
  • Pagina 40: Accessoires Voor Het Instellen Van Het Werkpunt

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.3.6 Accessoires voor het instellen van het werkpunt Accessoires Beschrijving Afstandsbediening PHOENIX R10 zie hoofdstuk ”Afstandsbediening” Afstandsbediening PHOENIX R20 zie hoofdstuk ”Afstandsbediening” Afstandsbediening PHOENIX R40 zie bedieningshandleiding PHOENIX R40 MIG/MAG-Powercontrol programmatoorts zie hoofdstuk “MIG/MAG-Powercontrol programmatoorts” MIG/MAG-Powercontrol2 toorts zie handleiding Powercontrol2 toorts PC-software PC300.Net...
  • Pagina 41: Mig/Mag-Principeschema's / Bedrijfsmodussen

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5 MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen Tijdens de langzame draadinvoerfase geldt: Vloeit er na 5 sec. (fabrieksinstelling) geen lasstroom, dan wordt het ontstekingsproces afgebroken (ontstekingsfout). Tijdens de lasfase geldt: Wanneer de lichtboog tijdens het lassen afbreekt en binnen 5 sec. geen nieuwe ontsteking (fabrieksinstelling) volgt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
  • Pagina 42: 2-Takt-Bedrijf

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.2 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-8 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
  • Pagina 43: 2-Takt Bedrijf Met Superpuls

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.3 2-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 5-9 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
  • Pagina 44: 2-Takt Speciaal

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.4 2-takt speciaal START Afbeelding 5-10 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
  • Pagina 45: Puntlassen

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.5 Puntlassen START Afbeelding 5-11 De starttijd t moet bij de punttijd t worden opgeteld. Start- en punttijd worden ingesteld in het start menu "Modus programmastappen". 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). •...
  • Pagina 46: 2-Takt Speciaal Met Superpuls

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.6 2-takt speciaal met superpuls START Afbeelding 5-12 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
  • Pagina 47: 4-Takt-Bedrijf

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.7 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-13 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
  • Pagina 48: 4-Takt Bedrijf Met Superpuls

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.8 4-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 5-14 1e fase: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
  • Pagina 49: 4-Takt-Modus Met Wisselende Lasmethodes

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.9 4-takt-modus met wisselende lasmethodes Alleen pulsvlamboog-lasapparaten. Afbeelding 5-15 1e takt: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
  • Pagina 50: 5.2.5.10 4-Takt Speciaal

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.10 4-takt speciaal START Afbeelding 5-16 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P START 2e fase...
  • Pagina 51: 5.2.5.11 4-Takt Speciaal Met Omschakeling Van De Lasmethode

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.11 4-takt speciaal met omschakeling van de lasmethode Alleen pulsvlamboog-lasapparaten. START Afbeelding 5-17 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op “langzame-invoersnelheid”. • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramma P START 2e takt...
  • Pagina 52: 5.2.5.12 4-Takt Speciaal Met Superpuls

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.12 4-takt speciaal met superpuls START Afbeelding 5-18 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
  • Pagina 53: 5.2.5.13 4-Takt Speciaal Met Wisselende Lasmethodes

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.5.13 4-takt speciaal met wisselende lasmethodes Alleen pulsvlamboog-lasapparaten. START Afbeelding 5-19 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
  • Pagina 54: Mig/Mag Automatisch Uitschakelen

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.6 MIG/MAG automatisch uitschakelen Als het bedienen van de toortsknop niet tot ontsteking van de lichtboog leidt, of de lichtboog tijdens het lassen door het aftrekken van de brander onderbroken wordt, dan wordt het sterkstroomgedeelte binnen 5 sec. geforceerd uitgeschakeld. Het lasapparaat beëindigt meteen het lassen (nullastspanning of lasstroom, draadtoevoer en inert gas worden uitgeschakeld).
  • Pagina 55: Mig/Mag-Programmaverloop (Modus "Programmastappen")

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit te kunnen worden gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal met de volgende programma's gebruikt: • Startprogramma P (reduceren van koude plekken bij begin lasnaad) START •...
  • Pagina 56: Mig/Mag-Parameteroverzicht M3.1X

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7.3 MIG/MAG-parameteroverzicht M3.1x START DVstart Ustart DVend Uend tstart tend Afbeelding 5-21 Basisparameters Display Betekenis/verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s Startprogramma "P " START DVstr (r) Draadaanvoersnelheid, relatieve 1% tot 200% DVstr (a) Draadaanvoersnelheid, absolute 0,1 m/min.
  • Pagina 57 Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7.4 MIG/MAG-parameteroverzicht, M3.70 Super- puls Afbeelding 5-22 Basisparameters Betekenis / verklaring Instelbereik Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s Draadsnelheid, relatief 1% tot 200% Draadsnelheid, absoluut 0,1 m/min tot 40 m/min Correctie van de lichtbooglengte -9,9V tot +9,9V Duur 0,0s tot 20,0s Slopeduur van P...
  • Pagina 58: Voorbeeld, Hechtlassen (2-Takt)

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7.5 Voorbeeld, hechtlassen (2-takt) Afbeelding 5-23 Basisparameters Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 Hoofdprogramma „P “ Instelling van de draadsnelheid 5.2.7.6 Voorbeeld, aluminium-hechtlassen (2-takt-speciaal) START...
  • Pagina 59: Voorbeeld, Aluminium-Lassen (4-Takt-Speciaal)

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7.7 Voorbeeld, aluminium-lassen (4-takt-speciaal) START Afbeelding 5-25 Basisparameters Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 Start-programma "P " START DVstart Draadsnelheid 0% tot 200% ustart correctie van de lichtbooglengte...
  • Pagina 60: Voorbeeld, Zichtnaden (4-Takt-Superpuls)

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7.8 Voorbeeld, zichtnaden (4-takt-superpuls) START Basisparameters Lasparameter Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 20,0s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20,0s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 PROC.SP. Verplaatsingssnelheid voor het bepalen van de a-maat* 10cm tot 200cm Start-programma "P "...
  • Pagina 61: Wisselen Van Lasmethode

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.7.9 Wisselen van lasmethode Alleen pulsvlamboog-lasapparaten. START Afbeelding 5-26 Programm Instelmogelijkheid Betreft Instelling Lasmethode pulsvlamboog aan/uit alle 2-takt speciaal 1 (= aan) START Wijzigen met PC300.Net software alle 4-takt speciaal 0 (= uit) Wisselen van lasmethode 2/4-takt-modus met 1 (=actief) wisselende lasmethodes...
  • Pagina 62: Modus Hoofdprogramma A

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.8 Modus hoofdprogramma A Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens (werkpunten) resp. lasprogramma’s nodig. In ieder van de maximum 16 programma’s worden volgende paramaters opgeslagen: • Bedrijfsmodus • Soort lassen •...
  • Pagina 63 Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen Voorbeeld 1: werkstukken met verschillende plaatdikten lassen (2-takt) Afbeelding 5-27 Voorbeeld 2: verschillende posities bij een werkstuk lassen (4-takt) Afbeelding 5-28 Voorbeeld 3: aluminium-lassen van verschillende plaatdikten (2- of 4-takt speciaal) Afbeelding 5-29 In deze modus kunnen 16 verschillende programma's (P tot P ) voor een programmacyclus worden gedefinieerd.
  • Pagina 64: Selectie Van De Parameters (Programma A) Met De Lasapparaatbesturing M3.1X

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.8.1 Selectie van de parameters (programma A) met de lasapparaatbesturing M3.1x Bedieningselem Actie Resultaat Display Selecteren modus hoofdprogramma A Programma A Selecteren van het lasprogramma met de toetsen „Up“ en „Down“ (links) Waardeverandering van de geselecteerde lasparameter met de toetsen „Up“...
  • Pagina 65: Mig/Mag-Parameteroverzicht M3.1X

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.8.3 MIG/MAG-parameteroverzicht M3.1x Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens (werkpunten) resp. lasprogramma's nodig. Voor elk programma zijn • Draadsnelheid • Correctie van de booglengte en • Dynamiek / smoorspoelwerking afzonderlijk in te stellen.
  • Pagina 66: 5.2.10 Mig/Mag Speciale Toorts

    Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.2.10 MIG/MAG speciale toorts Functiebeschrijvingen en meer gedetailleerde richtlijnen kunt u vinden in de handleiding van de betreffende lastoortsen! Volgende speciale toortsen kunnen samen met dit lasapparaat gebruikt worden: • Up/Down-lasbranders met een wipschakelaar − voor de instelling van de draadsnelheid •...
  • Pagina 67 Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen Plaatdikte 20mm, basismateriaal ST.37-2, hulpmateriaal SG 2 1,2 mm Lasnaad Gas/hoeveelheid Spanning Stroo Lassnelheid Stickout m/min / correctie m (A) (cm/min) (mm) (fijn draad- elektrode- uiteinde) Hoeklas 65%Ar, 8%CO , 0,5%O , 26,5He, 27,8 47,4 bijv.
  • Pagina 68: Tig-Lassen

    Beschrijving van de werking TIG-lassen TIG-lassen 5.3.1 Selecteren TIG-laswerk Bedienings- Actie Resultaat Display element De verschillende lasmethoden worden doorlopen De instelwaarden tot het controlelampje van de vereiste voor lasstroom en - lasmethode brandt. spanning worden weergegeven. 5.3.2 TIG-lasstroominstelling De lasstroom wordt in principe via de draaiknop "draadsnelheid" ingesteld. Lasstroom wordt ingesteld Lasstroom en span- ning veranderen...
  • Pagina 69: Tig-Vlamboogontsteking

    Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.3.4 TIG-vlamboogontsteking 5.3.4.1 Liftarc Afbeelding 5-31 De boog wordt door contact met het werkstuk gestart. a) Plaats de gaskop van de toorts en de punt van de Wolfram-elektrode voorzichtig op het werkstuk en druk de toortsknop in (liftarc-stroom vloeit, onafhankelijk van de ingestelde hoofdstroom), b) Kantel de toorts via de gaskop van de toorts tot er zich tussen de elektrodepunt en het werkstuk een afstand van ca.
  • Pagina 70: Tig-Principeschema's / Bedrijfsmodussen

    Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.3.5 TIG-principeschema's / bedrijfsmodussen De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc (zie hoofdstuk "TIG-vlamboogontsteking"). Wanneer het ontsteken niet is gelukt of het lassen wordt onderbroken, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (zie hoofdstuk "TIG-automatische uitschakeling"). De lasparameters zijn optimaal ingesteld voor uiteenlopende toepassingen (kunnen indien nodig echter wel nog worden aangepast (zie hoofdstuk TIG-programmaverloop "programmastappen").
  • Pagina 71: 2-Takt-Bedrijf

    Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.3.5.2 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-32 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 2-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
  • Pagina 72 Beschrijving van de werking TIG-lassen • De gasnastroomtijd loopt af. Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 73: 4-Takt-Bedrijf

    Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.3.5.4 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-34 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
  • Pagina 74: 4-Takt Speciaal

    Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.3.5.5 4-takt speciaal START Afbeelding 5-35 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling in het startprogramma “P “.
  • Pagina 75: Tig-Programmaverloop (Modus "Programmastappen")

    Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.3.7 TIG-programmaverloop (Modus "programmastappen") 5.3.7.1 Overzicht TIG-parameters Parameterinstellingen zijn uit te voeren op de lasapparaatbesturing M3.10 resp. M3.11 START Istart Iend tstart tend Afbeelding 5-36 Basisparameters Display Betekenis / verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 0,9s GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20s...
  • Pagina 76: Elektrodelassen

    Beschrijving van de werking Elektrodelassen Elektrodelassen 5.4.1 Selecteren elektrodelaswerk Bedienings- Actie Resultaat Display element De verschillende lasmethoden worden doorlopen De instelwaarden tot het controlelampje van de vereiste voor lasstroom en - lasmethode brandt. spanning worden weergegeven. 5.4.2 Elektrodelasstroom instellen De lasstroom wordt in principe via de draaiknop “draadsnelheid” op een draadtoevoerbesturing of met de afstandsbediening R 40 ingesteld.
  • Pagina 77: Arcforcing

    Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.4.4 Arcforcing Bedienings- Actie Resultaat Display element Selecteren lasparameters arcforcing -40 tot +40 Indrukken tot de LED "Dynamiek" brandt. Instelling arcforcing met de draaiknop -40 tot +40 "draadsnelheid/lasparameters" m/min 5.4.5 Hotstart De hotstart-inrichting zorgt ervoor dat staafelektroden door een verhoogde startstroom beter ontsteken. a) = Hotstart-tijd b) = Hotstart-stroom Lasstroom...
  • Pagina 78: Antistick

    Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.4.6 Antistick Antistick voorkomt het uitgloeien van de elektrode. Mocht de elektrode ondanks de arcforce-inrichting vastbranden, dan schakelt het apparaat automatsich binnen ca. 1 sec. over op minimale stroom, zodat het uitgloeien van de elektrode wordt voorkomen. Controleer de lasstroominstelling en corrigeer deze voor de soort lassen! Bedienings-...
  • Pagina 79: Interfaces

    Beschrijving van de werking Interfaces Interfaces Er mogen uitsluitend accessoires worden aangesloten die in deze bedieningshandleiding worden beschreven! De stekker van accessoires alleen bij uitgeschakeld lasapparaat in de betreffende aansluitbus steken en vergrendelen. Na het inschakelen van het lasapparaat wordt de component automatisch herkend.
  • Pagina 80: Robot-Interface Rint X11

    Beschrijving van de werking Interfaces 5.5.2 Robot-interface RINT X11 De digitale standaard interface voor geautomatiseerde toepassingen (optie, uitbreiding in het apparaat of extern door de klant) Functies en signalen: • Digitale ingangen: Start/Stop, selecteren bedrijfsmodussen, job's en programma's, invoeren draad, gastest •...
  • Pagina 81: Sleutelschakelaar

    Beschrijving van de werking Sleutelschakelaar Sleutelschakelaar Als beveiliging tegen het onbevoegd of per ongeluk verstellen van de lasparameters op het apparaat, is het met behulp van de sleutelschakelaar mogelijk om de invoer van de besturing te blokkeren. In sleutelstand 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld. In sleutelstand 0 kunnen de volgende functies of parameters niet worden gewijzigd: •...
  • Pagina 82: Afstandsbedieningen

    Beschrijving van de werking Afstandsbedieningen Afstandsbedieningen Er mogen uitsluitend afstandsbedieningen worden aangesloten die in deze bedieningshandleiding worden beschreven! De stekker van afstandsbedieningen alleen bij uitgeschakeld lasapparaat of draadtoevoerapparaat op de bus aansluiten en vergrendelen. Na het inschakelen van het lasapparaat wordt de afstandsbediening automatisch herkend. 5.8.1 Handafstandsbediening R10 Afbeelding 5-38...
  • Pagina 83: Handafstandsbediening R20

    Beschrijving van de werking Afstandsbedieningen 5.8.2 Handafstandsbediening R20 De afstandsbedieningen R20 zijn uitsluitend in combinatie met de besturing M3.70 of M3.71 inzetbaar! Afbeelding 5-39 Pos. Symbool Beschrijving 6 7 8 9 10 Draaiknop "draadsnelheid" • Traploze instelling van de draadsnelheid van min. tot max. (lasvermogen, enkelknopsbediening).
  • Pagina 84: Overige Functies Van De Lasapparatuurbesturing

    Beschrijving van de werking Overige functies van de lasapparatuurbesturing Overige functies van de lasapparatuurbesturing 5.9.1 JOB-informatie weergeven (Job-Info) In deze modus wordt informatie over de actuele JOB weergegeven. Bij de JOB’s 127 en 128 (TIG- & elektrodelassen) is de selectie van deze modus niet mogelijk omdat dat niet zinvol is.
  • Pagina 85: Nieuwe Job In Het Vrije Geheugengedeelte Aanmaken Resp. Job Kopiëren

    Beschrijving van de werking Overige functies van de lasapparatuurbesturing 5.9.2.1 Nieuwe JOB in het vrije geheugengedeelte aanmaken resp. JOB kopiëren De 256 JOB's kunnen allemaal individueel worden aangepast. Het is echter zinvol om voor speciale soorten laswerk eigen job-nummers toe te wijzen. Definieer het soort laswerk dat het dichtst bij de verlangde toepassing komt.
  • Pagina 86: Block-Modus Gebruiken (Block Job)

    Beschrijving van de werking Overige functies van de lasapparatuurbesturing 5.9.2.4 Block-modus gebruiken (Block JOB) Het gebruik van deze functie heeft alleen nut in combinatie met de draadtoevoerapparaat- besturing M3.70 en een Powercontrol-programmatoorts. Zie ook het hoofdstuk “Powercontrol-programmatoorts met een tuimelschakelaar (speciale functie)” Bedieningselem Actie Resultaat...
  • Pagina 87: Hold-Functie In- Resp. Uitschakelen

    Beschrijving van de werking Overige functies van de lasapparatuurbesturing 5.9.3 Hold-functie in- resp. uitschakelen Bedieningselem Actie Resultaat Display Selecteren modus “Special Mode” Programmastappen Special Mode Hold-fct Selecteren Hold-functie met de toetsen “Up” “Down” (links) Hold-fct Hold-functie met de toetsen “Up” en Hold-fct “Down”...
  • Pagina 88: Job's Resetten Naar Fabrieksinstellingen (Reset All)

    Beschrijving van de werking Overige functies van de lasapparatuurbesturing 5.9.5 JOB’s resetten naar fabrieksinstellingen (Reset ALL) Met deze functie worden de fabrieksinstellingen van de JOB’s 1-128 opnieuw overgenomen! JOB’s 129-256 blijven ongewijzigd. Bedieningselem Actie Resultaat Display Selecteren modus “Special Mode” Programmastappen Special Mode Res.
  • Pagina 89: Overige Functies Van De Besturing Van Het Draadtoevoerapparaat

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10 Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10.1 Speciale parameter, “M3.70/M3.71” Het is niet mogelijk om de speciale parameters direct in te zien, aangezien zij over het algemeen slechts eenmaal worden ingesteld en opgeslagen.
  • Pagina 90: 5.10.1.2 Selectie, Wijziging En Opslag Van Parameters

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10.1.2 Selectie, wijziging en opslag van parameters Bedieningselement Actie Resultaat Display links rechts Lasapparaat uitschakelen Toets indrukken en ingedrukt houden HOLD Lasapparaat inschakelen Toets loslaten Waarde HOLD Parameterselectie P 1-x, Waarde (zie lijst speciale parameters)
  • Pagina 91: Programmabegrenzing (P4)

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10.1.7 Programmabegrenzing (P4) Het aantal van de absoluutprogramma's kan naar boven worden begrensd. 5.10.1.8 Speciale cyclus in de bedrijfsmodi 2- en 4-takt speciaal (P5) In de „normale“ cyclus van de 2Ts/4Ts start de installatie met het startprogramma Dvstart en gaat aansluitend naar het hoofdprogramma DV2.
  • Pagina 92: Programmaomschakeling Met Standaardtoorts (P8)

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat Bedienings- Actie Resultaat Display (voorbeeld) element links rechts Knop indrukken tot de LED „PROG“ 7,5 (DV) 4 (prog. nr.) oplicht Knop indrukken en vasthouden 0 (DVgrens) 2,0 (Ucorr) 4 sec.
  • Pagina 93 Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat Speciale 4-takt speciaal (n-takt) In het n-takt-programmaverloop start het apparaat in de eerste takt met het startprogramma P van P start In de tweede takt wordt naar het hoofdprogramma P omgeschakeld, zodra de starttijd “tsart”...
  • Pagina 94: 5.10.1.12 Instelling N-Takt

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10.1.12 Instelling n-takt In principe moet de n-takt-functie vóór de n-takt-instelling worden geactiveerd (zie “programmaomschakeling met standaardtoorts (P8)”. Bedieningselem Actie Resultaat Display Selecteren terugbranden draad 3 sec. Instelling n-takt selecteren Instelling parameter (instelbereik 1 tot 9) m/min...
  • Pagina 95: Job-Lijsten Omschakeling (P12)

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10.1.16 JOB-lijsten omschakeling (P12) Fabrieksinstelling van de parameter P12 • PHOENIX 301,351,421 PROGRESS KG • PHOENIX 333 PROGRESS KG • PHOENIX 303 PROGRESS coldArc KG • PHOENIX PROGRESS 4,4L •...
  • Pagina 96: 5.10.1.18 Job's Kopiëren, Functie "Copy To

    Beschrijving van de werking Overige functies van de besturing van het draadtoevoerapparaat 5.10.1.18 JOB’s kopiëren, functie “Copy to” Het mogelijke doelbereik ligt tussen 129 – 169. • Speciale parameter P12 eerst op P12 = 2 of P12 = 1 configureren! Bedieningselem Actie Resultaat...
  • Pagina 97: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Algemeen Inbedrijfstelling Algemeen Waarschuwing: gevaar door elektrische stroom! Neem de veiligheidsrichtlijnen "Voor uw veiligheid" op de eerste pagina's in acht! Sluit alleen bij uitgeschakeld lasapparaat verbindings- of lasleidingen (zoals elektrodenhouder, lastoorts, werkstukleiding en interfaces) aan. Toepassingsgebied, gebruik overeenkomstig de bestemming Deze lasapparaten zijn uitsluitend geschikt voor het MIG/MAG-, TIG- en elektrodelassen.
  • Pagina 98: Koeling Apparatuur

    Inbedrijfstelling Koeling apparatuur Koeling apparatuur Om een optimale inschakelduur van de sterkstroomdelen te verkrijgen, dient u de volgende voorwaarden in acht te nemen: • Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek. • Laat de luchtin- en luchtuitlaatopeningen van het apparaat vrij. •...
  • Pagina 99: Overzicht Koelmiddelen

    Inbedrijfstelling Werkstukleiding, algemeen 6.6.1 Overzicht koelmiddelen De volgende koelmiddelen kunnen worden gebruikt (art.nr. zie hfdst. Accessoires): Koelmiddel Temperatuurbereik KF 23E (standaard) -10 °C tot +40 °C KF 37E -20°C tot +10°C DKF 23E (voor plasma-apparatuur) 0°C tot +40 °C Neem de veiligheidsinformatiebladen in acht! Koelmiddelen moeten overeenkomstig de overheidsvoorschriften worden verwijderd (Duits afvalsleutelnummer: 70104)! Koelmiddelen mogen niet samen met het huisvuil worden verwijderd!
  • Pagina 100: Aansluiting Tussenslangpakket

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.1 Aansluiting tussenslangpakket 6.8.1.1 Lasapparaat Afbeelding 6-2 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus 7-polig (digitaal) Aansluiting draadtoevoerapparaat Aansluitbus, lasstroom „+“ • MIG/MAG-lassen: lasstroom naar “DV” centraalaansluiting/toorts Aansluitbus, lasstroom „-“ • MIG/MAG-vuldraadlassen: lasstroom naar “DV” centraalaansluiting/toorts Snelkoppeling, rood (retourleiding koelmiddel) Snelkoppeling, blauw (toevoerleiding koelmiddel) Trekontlasting tussenslangpakket •...
  • Pagina 101: Draadtoevoerapparaat

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.1.2 Draadtoevoerapparaat De groen-gele aardkabel mag niet op het las- of draadtoevoerapparaat worden aangesloten (wordt in een andere apparatuurserie gebruikt)! De aardkabel verwijderen of terugschuiven in het slangpakket! Afbeelding 6-3 Pos. Symbool Beschrijving Trekontlasting tussenslangpakket Aansluitnippel G¼", aansluiting inert gas Aansluitstekker, lasstroom „+“...
  • Pagina 102: Aansluiting Lastoorts

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.2 Aansluiting lastoorts Wij garanderen een perfecte werking van onze apparatuur uitsluitend voor lastoortsen uit ons leveringsprogramma! Overeenkomstig de draaddiameter en de soort draad moet de juiste spiraal of kern worden geplaatst. Lastoorts met geleidingsspiraal: Het capillair moet in de centrale aansluiting voorhanden zijn! Lastoorts met Teflon- of kunststof kern: Het capillair moet uit de centrale aansluiting worden verwijderd! Voorbereiden van de lastoorts op de laswerkzaamheden:...
  • Pagina 103: Aansluiting Werkstukleiding

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.3 Aansluiting werkstukleiding Afbeelding 6-5 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, lasstroom „+“ • MIG/MAG-vuldraadlassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: werkstukaansluiting • Elektrodelassen: werkstuk- resp. elektrodenhouderaansluiting Aansluitbus, lasstroom „-“ • MIG/MAG-lassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: lasstroomaansluiting voor lasbrander • Elektrodelassen: werkstuk resp. elektrodehouderaansluiting •...
  • Pagina 104: Bevestiging Trekspoel (Instelling Voorspanning)

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.4 Bevestiging trekspoel (instelling voorspanning) Omdat de spoelrem ook gelijktijdig de bevestiging van de draadspoelhouder vormt, moeten bij iedere spoelwissel resp. vóór iedere afstelling van de spoelrem navolgende werkstappen worden uitgevoerd. Afbeelding 6-6 Pos. Symbool Beschrijving Montage- en remeenheid Inbusbout Bevestiging van de draadspoelhouder en afstelling van de spoelrem Spoelhouder...
  • Pagina 105: Aanbrengen Van De Draadspoel

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.5 Aanbrengen van de draadspoel De voorspanning van de spoelhouder moet bij elke draadspoelwissel resp. vóór het afstellen van de spoelrem worden gecontroleerd, zie hoofdstuk Bevestiging spoelhouder (Afstelling voorspanning)! Er kunnen standaard spoelhouders D300 worden gebruikt. Voor het gebruik van de genormeerde mandspoelen (DIN 8559) zijn adapters nodig (zie accessoires).
  • Pagina 106: Invoeren Van De Draadelektrode

    Inbedrijfstelling MIG/MAG-lassen 6.8.7 Invoeren van de draadelektrode Om een optimaal draadtransport te waarborgen, is het absoluut noodzakelijk dat de draadtoevoerrollen passen bij de gebruikte draadelektrodediameter en de gebruikte soort materiaal (evt. vervangen)! Schuif nieuwe aandrijfrollen er zo op dat de draadelektrodediameter als opschrift op de aandrijfrol zichtbaar is.
  • Pagina 107: Instelling Spoelrem

    Inbedrijfstelling TIG-lassen 6.8.8 Instelling spoelrem De voorspanning van de spoelhouder moet bij elke draadspoelwissel resp. vóór het afstellen van de spoelrem worden gecontroleerd, zie hoofdstuk Bevestiging spoelhouder (Afstelling voorspanning)! Afbeelding 6-10 Pos. Symbool Beschrijving Inbusbout Bevestiging van de draadspoelhouder en afstelling van de spoelrem •...
  • Pagina 108: Aansluiting Lastoorts

    Inbedrijfstelling TIG-lassen 6.9.1 Aansluiting lastoorts Afbeelding 6-11 Pos. Symbool Beschrijving Eurocentraal-aansluiting (lastoortsaansluiting) Lasstroom, inert-gas en toortsknop geïntegreeerd Snelkoppeling, blauw (toevoerleiding koelmiddel) Snelkoppeling, rood (retourleiding koelmiddel) Aansluitbus, lasstroom „-“ • MIG/MAG-lassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: lasstroomaansluiting voor lasbrander • Elektrodelassen: werkstuk resp. elektrodehouderaansluiting •...
  • Pagina 109: Aansluiting Werkstukleiding

    Inbedrijfstelling TIG-lassen 6.9.2 Aansluiting werkstukleiding Afbeelding 6-12 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, lasstroom „+“ • MIG/MAG-vuldraadlassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: werkstukaansluiting • Elektrodelassen: werkstuk- resp. elektrodenhouderaansluiting Aansluitbus, lasstroom „-“ • MIG/MAG-lassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: lasstroomaansluiting voor lasbrander • Elektrodelassen: werkstuk resp. elektrodehouderaansluiting •...
  • Pagina 110: Elektrodelassen

    Inbedrijfstelling Elektrodelassen 6.10 Elektrodelassen Voorzichtig: kans op beknelling en verbranding! Bij het vervangen van afgebrande of nieuwe staafelektroden • apparaat aan de hoofdschakelaar uitschakelen; • geschikte veiligheidshandschoenen dragen; • geïsoleerde tang gebruiken om verbruikte staafelektroden te verwijderen en gelaste werkstukken te bewegen en;...
  • Pagina 111: 6.10.1 Aansluiting Elektrodehouder En Werkstukleiding

    Inbedrijfstelling Elektrodelassen 6.10.1 Aansluiting elektrodehouder en werkstukleiding Afbeelding 6-13 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, lasstroom „+“ • MIG/MAG-vuldraadlassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: werkstukaansluiting • Elektrodelassen: werkstuk- resp. elektrodenhouderaansluiting Aansluitbus, lasstroom „-“ • MIG/MAG-lassen: werkstukaansluiting • TIG-lassen: lasstroomaansluiting voor lasbrander • Elektrodelassen: werkstuk resp. elektrodehouderaansluiting •...
  • Pagina 112: Inert-Gastoevoer

    Inbedrijfstelling Inert-gastoevoer 6.11 Inert-gastoevoer 6.11.1 Aansluiting toevoer inert gas Afbeelding 6-14 Pos. Symbool Beschrijving Fleshouder Veiligheidsketting drukregelaar Gasfles Kraan Wartel G ¼“ Aansluitnippel G¼", aansluiting inert gas In de inert-gastoevoer mogen geen verontreinigingen komen, omdat dit anders leidt tot verstoppingen. Alle inert-gaskoppelingen moeten gasdicht worden gemaakt! •...
  • Pagina 113: 6.11.2 Gastest

    Inbedrijfstelling Inert-gastoevoer 6.11.2 Gastest • Open langzaam de kraan van de gasfles. • Open de drukregelaar. • Schakel de stroombron in met de hoofdschakelaar. • Druk even op de knop Gastest Het inert gas stroomt nu ca. 25 sec. Door nog eens kort op de knop te drukken, kan de test worden onderbroken. •...
  • Pagina 114: Onderhoud En Controle

    Onderhoud en controle Algemeen Onderhoud en controle De zoals voorgeschreven jaarlijkse uitvoering van de hieronder beschreven onderhouds-, reinigings- en controlewerkzaamheden is de basisvoorwaarde voor uw aanspraak op de garantie bij EWM. Algemeen Dit apparaat is onder de vermelde omgevingsvoorwaarden en de normale werkomstandigheden grotendeels onderhoudsvrij en hoeft slechts minimaal te worden onderhouden.
  • Pagina 115: Keuringsomvang

    Onderhoud en controle Controle 7.3.2 Keuringsomvang a) Visuele controle b) Elektrische controle, meten van: • Nullastspanning • Isolatieweerstand, of alternatief • Lekstromen • Aardleidingsweerstand c) Controle op goede werking d) Documentatie 7.3.3 Visuele controle De overkoepelende begrippen van de keuring zijn: 1.
  • Pagina 116: Meten Van De Lekstroom (Aardleidings- En Contactstroom)

    Onderhoud en controle Controle 7.3.6 Meten van de lekstroom (aardleidings- en contactstroom) Opmerking: ook wanneer de lekstroommeting volgens de norm slechts alternatief voor de isolatieweerstandmeting is, raadt EWM aan om altijd beide metingen uit te voeren, vooral na reparaties. De lekstroom berust voor het merendeel op een ander fysisch effect dan de isolatieweerstand. Zo kan een gevaarlijke lekstroom met de meting van de isolatieweerstand mogelijkerwijze niet worden ontdekt.
  • Pagina 117: Reparatiewerkzaamheden

    Onderhoud en controle Reparatiewerkzaamheden Reparatiewerkzaamheden Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door geschoold en bevoegd technisch personeel worden uitgevoerd, anders vervalt de garantie. Neem voor alle service-kwesties contact op met uw EWM-dealer. Retourleveringen van garantiegevallen kunnen alleen via uw EWM-dealer worden uitgevoerd.
  • Pagina 118: Afvalverwerking Van Het Apparaat

    Inachtneming van de RoHS-vereisten Wij, EWM HIGHTEC Welding GmbH Mündersbach, verklaren hierbij dat alle door ons geleverde producten, die onderhevig zijn aan de RoHS-richtlijn, aan de vereisten van de RoHS (richtlijn 2002/95/EG) voldoen.
  • Pagina 119: Garantie

    Garantie Algemene geldigheid Garantie Algemene geldigheid 3 jaar garantie op alle nieuwe EWM-apparaten*: • Stroombronnen • Draadtoevoerapparatuur • Koelapparatuur • Transportwagen * voor zover deze met originele EWM-accessoires (zoals bijv. tussenslangpakket, afstandsbediening, verlengingskabel voor afstandsbediening, koelmiddel, etc.) worden gebruikt. 1 jaar garantie op: •...
  • Pagina 120: Garantieverklaring

    Onverminderd de wettelijke garantieaanspraken en op basis van onze algemene voorwaarden verleent EWM HIGHTEC WELDING GmbH een garantie van 3 jaar vanaf de aankoopdatum op uw lasapparaten. Voor accessoires en onderdelen gelden andere garantieperiodes, die u in het hoofdstuk “Algemene geldigheid”...
  • Pagina 121: Storingen, Oorzaken En Het Verhelpen Ervan

    Storingen, oorzaken en het verhelpen ervan Foutmeldingen (Stroombron) Storingen, oorzaken en het verhelpen ervan Foutmeldingen (Stroombron) Alle apparatuur wordt onderworpen aan een strenge productie- en eindcontrole. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het apparaat dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om de storing te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
  • Pagina 122: Accessoires

    Accessoires Algemene accessoires Accessoires 10.1 Algemene accessoires Type Benaming Artikelnummer KF 23E-10 Koelvloeistof (-10 °C), 10 liter 094-000530-00000 KF 37E-10 Koelvloeistof (-20 °C), 10 liter 094-006256-00000 AK300 Adapter voor mandspoel K300 094-001803-00001 DM1 32L/MIN Drukregelaar manometer 094-000009-00000 G1 2M G1/4 R 2M Gasslang 094-000010-00001 GS16L G1/4"...
  • Pagina 123: Draadtoevoerrollen

    Accessoires Draadtoevoerrollen 10.2 Draadtoevoerrollen 10.2.1 Draadtoevoerrollen V-moer Type Benaming Artikelnummer FE 2DR4R 0,6+0,8 Aandrijfrollen, 37 mm, 4-rollen, staal 092-000839-00000 FE 2DR4R 0,8+1,0 Aandrijfrollen, 37 mm, 4-rollen, staal 092-000840-00000 FE 2DR4R 0,9+1,2 Aandrijfrollen, 37 mm, 4-rollen, staal 092-000841-00000 FE 2DR4R 1,0+1,2 Aandrijfrollen, 37 mm, 4-rollen, staal 092-000842-00000 FE 2DR4R 1,2+1,6...
  • Pagina 124: Afstandsbediening / Aansluitkabel

    Accessoires Afstandsbediening / aansluitkabel 10.3 Afstandsbediening / aansluitkabel Type Benaming Artikelnummer PHOENIX R10 Afstandsbediening corr. draadtoevoersnelheid 090-008087-00000 RA5 19POL 5M Aansluitkabel voor bijv. afstandsbediening 092-001470-00005 RA10 19POL 10M Aansluitkabel voor bijv. afstandsbediening 092-001470-00010 RA20 19POL 20M Aansluitkabel voor bijv. afstandsbediening 092-001470-00020 PHOENIX R20 Afstandsbediening programmaomschakeling...
  • Pagina 125: Elektrische Schema's

    Elektrische schema's PHOENIX 301 EXPERT forceArc Elektrische schema's De originele elektrische schema’s bevinden zich in het apparaat. 11.1 PHOENIX 301 EXPERT forceArc X7/1 X7/2 X7/3 X7/4 X7/5 X7/6 X7/7 X7/8 X7/9 X7/10 X7/11 X7/12 X7/13 X7/14 X7/15 X7/16 X7/17 X7/18 X13/1 Lüfter...
  • Pagina 126 Elektrische schema's PHOENIX 301 EXPERT forceArc Stecker X3 D-SUB 15polig X5/1 42VAC X5/2 0VAC X8/1 Fühlerspg. X8/2 Fühlerspg. D-Sub. D-Sub. D-Sub. D-Sub. 15polig 15polig 15polig 15polig Afbeelding 11-2 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 127 Elektrische schema's PHOENIX 301 EXPERT forceArc D-Sub. 9polig X19/1 X19/2 X1/1 X19/3 X1/2 X1/3 X19/4 X3/12 X1/4 X19/5 X3/11 X1/5 X19/6 X19/7 X3/10 X1/6 X19/8 X3/9 X1/7 Pumpe X19/9 X3/8 X1/8 X3/7 X1/9 X19/10 Lüfter X3/6 X1/10 X19/11 X3/5 X1/11...
  • Pagina 128: Phoenix 351 Expert Forcearc

    Elektrische schema's PHOENIX 351 EXPERT forceArc 11.2 PHOENIX 351 EXPERT forceArc Stecker X3 D-SUB 15polig X5/1 42VAC X5/2 0VAC X8/1 Fühlerspg. X8/2 Fühlerspg. D-Sub. D-Sub. D-Sub. D-Sub. 15polig 15polig 15polig 15polig Afbeelding 11-4 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 129 Elektrische schema's PHOENIX 351 EXPERT forceArc D-Sub. 9polig X19/1 X19/2 X1/1 X1/2 X19/3 X19/4 X1/3 X19/5 X3/12 X1/4 X3/11 X1/5 X19/6 X19/7 X3/10 X1/6 X19/8 X3/9 X1/7 Pumpe X3/8 X1/8 X19/9 X3/7 X1/9 X19/10 Lüfter X19/11 X3/6 X1/10 X19/12 X3/5 X1/11 X3/4 X1/12...
  • Pagina 130: Phoenix 421 Expert Forcearc

    Elektrische schema's PHOENIX 421 EXPERT forceArc 11.3 PHOENIX 421 EXPERT forceArc Stecker X3 D-SUB 15polig X5/1 42VAC X5/2 0VAC X8/1 F hlerspg. X8/2 F hlerspg. D-Sub. D-Sub. D-Sub. D-Sub. 15polig 15polig 15polig 15polig Afbeelding 11-6 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 131 Elektrische schema's PHOENIX 421 EXPERT forceArc D-Sub. 9polig X19/1 X19/2 X1/1 X19/3 X1/2 X1/3 X19/4 X1/4 X19/5 X3/12 X19/6 X3/11 X1/5 X19/7 X3/10 X1/6 X3/9 X1/7 X19/8 Pumpe X3/8 X1/8 X19/9 X19/10 X3/7 X1/9 L fter X3/6 X1/10 X19/11 X3/5 X1/11 X19/12 X3/4...
  • Pagina 132: Phoenix 521 Expert Forcearc

    Elektrische schema's PHOENIX 521 EXPERT forceArc 11.4 PHOENIX 521 EXPERT forceArc Stecker X3 D-SUB 15polig 42VAC X5/1 0VAC X5/2 X13/1 X13/2 X8/1 F hlerspg. X8/2 F hlerspg. D-Sub. D-Sub. D-Sub. D-Sub. 15polig 15polig 15polig 15polig Afbeelding 11-8 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 133 Elektrische schema's PHOENIX 521 EXPERT forceArc D-Sub. 9polig X19/1 X19/2 X1/1 X19/3 X1/2 X19/4 X1/3 X3/12 X1/4 X19/5 X3/11 X1/5 X19/6 X3/10 X1/6 X19/7 X3/9 X1/7 X19/8 Pumpe X19/9 X3/8 X1/8 X19/10 X3/7 X1/9 L fter X3/6 X1/10 X19/11 X3/5 X1/11 X19/12 X3/4...
  • Pagina 134: Phoenix Drive 4; 4L; Phoenix Expert Drive 4; 4L

    Elektrische schema's PHOENIX DRIVE 4; 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4; 4L 11.5 PHOENIX DRIVE 4; 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4; 4L Afbeelding 11-10 Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 135 Elektrische schema's PHOENIX DRIVE 4; 4L; PHOENIX EXPERT DRIVE 4; 4L Stecker X2 Stecker X2 D-SUB D-SUB 15polig 15polig X24/1 X24/1 Motor+ Motor+ X20/1 X20/1 X24/2 X24/2 Motor Motor Motor- Motor- X20/2 X20/2 X24/3 X24/3 Motor Motor X24/4 X24/4 X10/1 X10/1 Tacho Tacho...
  • Pagina 136: Phoenix Expert Drive 4Hs

    Elektrische schema's PHOENIX EXPERT DRIVE 4HS 11.6 PHOENIX EXPERT DRIVE 4HS Stecker X2 D-SUB 15polig X24/1 Motor+ X20/1 X24/2 Motor Motor- X24/3 X20/2 Motor X24/4 X10/1 Tacho X23/1 X10/2 Tacho X23/2 X10/3 Tacho X23/3 X10/4 X23/4 X3/1 X3/2 X19/1 X2/1 +10V X19/2 X2/2...
  • Pagina 137: Conformiteitsverklaring

    12.1 Conformiteitsverklaring EG - Konformitätserklärung EC – Declaration of Conformity Déclaration de Conformité CE Name des Herstellers: EWM HIGHTEC WELDING GmbH Name of manufacturer: (nachfolgend EWM genannt) Nom du fabricant: (In the following called EWM) (nommé par la suite EWM) Anschrift des Herstellers: Dr.- Günter - Henle - Straße 8...
  • Pagina 138 Bijlage B Job - Toewijzingen Bijlage B 13.1 Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 139 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 140 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 141 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 142 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 143 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 144 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 145 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 146 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...
  • Pagina 147 Bijlage B Job - Toewijzingen Art.nr.:099-004833-EWM05...

Inhoudsopgave