Inhoudsopgave
Advertenties
OS 3030
6. Selectie van de programmeerbare uitgangsfunc-
ties
Als de besturing is uitgerust met de insteekprint IF, kunnen uit 6 mogelijkhe-
den twee extra uitgangsfuncties voor de uitgangen OUT1 en OUT2 worden
gekozen. Elke functie is maar eenmaal beschikbaar. Als voor beide uitgan-
gen dezelfde functie wordt geprogrammeerd, werken de uitgangsrelais paral-
lel.
Functie OUTPUT 1
S t a p
n r .
D O
A P
vindt u in het hoofdstuk Uitgangsfuncties.
Druk op de INFO-toets voor de betekenis van de afkortingen.
DO
=
dosering
AP
=
aanvullend programma
Functie OUTPUT 2
S t a p
n r .
D O
A P
Activering van de uitgangsfuncties
S t a p
n r .
P U |
I
V |
C V |
de activering van de uitgangsfuncties.
"-" Activering van de functie bij uitgeschakelde elektrische spanning
"|" Activering van de functie onder elektrische spanning
Druk op de INFO-toets voor de betekenis van de afkortingen.
PU
=
hogedrukpomp
IV
=
ingangsafsluiter
CV
=
concentraat-spoelafsluiter
Algemene opmerking:
Om uit te vinden of bijv. een afsluiter onder spanning actief, d.w.z. geopend, is of niet, kan het best de reactie van de installatie
in spanningsloze toestand worden geobserveerd. In dat geval dienen ongewenste functies van de installatie te worden verme-
den.
Voorbeeld: spoelafsluiter. Bij uitgeschakelde installatie en geopende aftapafsluiter mogen de buisleidingen niet via een spoelaf-
sluiter leegstromen, d.w.z. voor een spoelafsluiter moet de functie "Activering onder elektrische spanning" worden gekozen.
Als met de elektrische afsluiters hydraulische of pneumatisch aangedreven membraanafsluiters worden bediend, dan moet er
ingeval van een storing ook rekening mee worden gehouden dat de aanstuurdruk kan wegvallen.
Veranderen en opvragen van de basiswaarden
6. Selectie van de programmeerbare Uitgangsfuncties
:
6 .
1
P V
M F
PV
=
permeaatafsluiter
MF
=
alarmrelais
:
6 .
2
P V
M F
:
6 .
3
P V |
M F |
DO
=
dosering
AP
=
aanvullend programma
PV
=
permeaatafsluiter
MF
=
alarmrelais
Selecteer
de
gewenste
uitgangsfunctie voor uit-
gang OUT1. Een beschrij-
ving van de uitgangen
Selecteer
de
gewenste
functie voor uitgang OUT2.
Kies voor de uitgangen
PU, IN, CV en voor de
eventueel bij de program-
mastappen
6.1 en 6.2
geselecteerde
uitgangen
25
5.15
N
Steekkaart IF ?
J
6.3
6.1
DO
AP
PV
MF
6.2
DO
AP
PV
MF
6.3
PU IV
CV
7.1
8.1
Advertenties
Inhoudsopgave
