OS 3030
5. Parameters van de ingangsfuncties
Voor een aantal ingangsfuncties moeten nog parameters worden ingevoerd.
De programmastappen "Niveauschakelaar vol / leeg" en "Stroomuitval" wor-
den altijd weergegeven; de andere alleen als de functie van tevoren is gese-
lecteerd.
Niveauschakelaar Vol / Leeg
S t a p
n r .
N i
v e a u s c h a k e l
ingeschakeld zodra de stand onder het volniveau komt.
Voordeel: voor de afnemer staat altijd de maximale hoeveelheid uit de voor-
raadtank ter beschikking.
Selecteer: niveauschakelaar = 1.
De bijvulling kan ook via twee niveauschakelaars plaatsvinden. In dat geval
wordt de osmose-installatie ingeschakeld zodra het leegniveau wordt bereikt
en uitgeschakeld zodra het volniveau wordt bereikt.
Voordeel: de installatie wordt minder vaak in- en uitgeschakeld.
Selecteer: niveauschakelaar = 2.
Wordt er geen voorraadtank geactiveerd, dan kan de installatie alleen hand-
matig worden in- en uitgeschakeld.
Selecteer: niveauschakelaar = 0.
Algemene opmerking:
Ongeacht de gekozen waarde worden de toestanden "Tank leeg" en "Tank
vol" op het LCD-display weergegeven als de zoemer of het alarmrelais wordt
geactiveerd.
Concentraatcontrole
S t a p
n r .
V e r t r a g .
999 seconden.
S t a p
n r .
I
n s c h a k e l
beerd om de installatie opnieuw in te schakelen voordat ze definitief wordt
uitgeschakeld, en dat het alleen mogelijk is de installatie weer in te schakelen
met behulp van de "ON"-toets. Er kan een waarde worden ingevoerd van 0
t/m 9.
Bij de waarde 0 wordt de installatie niet definitief uitgeschakeld. De installatie
wordt ingeschakeld zodra er weer concentraat stroomt en permeaat wordt
opgevraagd.
Bij de waarde 1 wordt de installatie uitgeschakeld en moet ze handmatig weer
worden ingeschakeld.
Bij de waarden 2 t/m 9 wordt nog 1 t/m 8 keer geprobeerd om de installatie
ondanks de melding van het concentraattekort weer in bedrijf te stellen. Daar-
na wordt de installatie uitgeschakeld en moet ze handmatig weer worden in-
geschakeld.
S t a p
n r .
V e r t r a g .
999 seconden.
Veranderen en opvragen van de basiswaarden
5. Parameters van de Ingangsfunkties
:
5 .
1
.
2
:
5 .
2
1
6 0 s
:
5 .
3
e n
1 *
:
5 .
4
2
3 0 0 s
De voorraadtank kan via
een niveauschakelaar (vol)
worden bijgevuld. Daarbij
wordt de installatie direct
Voor de concentraat - con-
troleschakelaar
kan
aanspreektijd worden ge-
programmeerd van 1 t/m
De besturing kan zo worden
geprogrammeerd dat bij een
concentraattekort nog een
aantal keren wordt gepro-
Als voor de herinschakeling een waarde van 2 t/m 9
is ingevoerd, moet nog de tijdvertraging tot de vol-
gende automatische inschakeling worden vastge-
legd. U kunt een vertragingstijd instellen tussen 1 en
4.4
5.1
Niveauschakelaar
Ingang
Conzentraa
t
J
5.2
Seconden
5.3
een
Inschakelen
Inschakelen
2-9
J
5.4
Seconden
5.5, 5.9, 5.13, 5.15
22
N
5.5
5.9
5.13
5.15
N
5.5
5.9
5.13
5.15