Algemeen
Functietoetsen
f Stop/Einde
De rechter functietoets wordt na de programmastart
als stoptoets gebruikt.
Als u op de toets drukt, wordt het gekozen program-
ma gestopt of een gestopt programma beëindigd.
[ Blok plus
Met deze toets wordt het betreffende programmablok
(bijvoorbeeld voordrogen) aan het programma toege-
voegd.
FC Functies
Als u op deze toets drukt, kunt u tijdelijk naar een an-
dere taal overschakelen.
m Starttijd/-datum
Als u vóór de programmastart op deze toets drukt,
verschijnt in het display de melding dat u een starttijd
kunt kiezen.
K Informatie
Als u op deze toets drukt, verschijnt in het display
programma-informatie.
ü Versneld doorlopen
Met deze toets kunt u het lopende programma ver-
sneld doorlopen of programmablokken herhalen.
A Terug
Met deze toets gaat u terug naar het vorige display.
e/- Aanwijzing dat er een volgende of voorafgaande
regel is.
Opslaan
S
Zie het programmeerhandboek.
Programma vergrendeld
$
Als een vergrendeld programma gestart is, kan het
na één minuut niet meer met de einde-toets worden
gestopt of afgebroken.
Programma ontgrendeld
%
\ Gebruiksgegevens
Datatransfer
10
Kaart exploitant
Op deze kaart staan nog geen programma's.
Voor de datatransfer van de besturing naar de kaart
en omgekeerd zie het programmeerhandboek.
De kaart heeft geheugenruimte voor maximaal 30
programma's met elk 6 blokken.
De achterkant van de kaart kan worden beschreven.