4.4.4
Door de gebruiker gedefinieerd programma
(1) Als je het door de gebruiker gedefinieerde programma geselecteerd hebt (PROGRAM-modus, zie
Afb. 32), knippert het eerste gedeelte (Afb. 33). Je kunt nu met de pijltoetsen de belastingsgraad/het
intensiteitsniveau voor dit gedeelte bepalen en zo je eigen programma samenstellen.
(2) Als je het intensiteitsniveau voor alle 20 delen hebt ingesteld, houd je de ENTER-toets twee
seconden ingedrukt. Het programmaprofiel wordt nu opgeslagen en je kunt doorgaan met het
invoeren van de trainingsduur.
(3) Je kunt nu nog doelwaarden voor tijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën (CALORIES) vastleggen.
De computer beëindigt de training automatisch, als een van deze doelwaarden bereikt wordt. Om de
invoer van de doelwaarde over te slaan en direct met de training te starten, druk je op START/STOP
(Afb. 43).
Afb. 32
Afb. 33
Afb. 34
29