NL
SPUITTECHNIEK
5
SPUITTECHNIEK
•
Cruciaal voor een hoogwaardig resultaat is een uniforme
coating van het volledige oppervlak. Beweeg uw arm met een
constante snelheid en houd het spuitpistool op een constante
afstand boven het oppervlak. Optimaal is een afstand van
ongeveer 30 cm tussen de spuittip en het oppervlak. (Afb. A)
•
Houd het spuitpistool parallel met het oppervlak. Maak de
beweging met de gehele arm en niet vanuit de pols. (Afb. B)
•
Houd het spuitpistool in een rechte hoek ten opzichte van het
oppervlak. Anders wordt de laag aan de ene kant dikker dan
aan de andere kant. (Afb. C)
•
Trek aan de handbeugel nadat u beweging bent begonnen.
Laat de handbeugel los, voordat u de beweging beëindigt.
(Afb. D) Onderbrekingen binnen het spuitoppervlak vermijden.
•
Laat elke baan circa 30% overlappen. Hierdoor ontstaat er een
gelijkmatige coating. (Afb. E)
•
Gebruik de laagst mogelijke drukinstelling om het gewenste
spuitbeeld te produceren en de spuitnevel tot een minimum
te beperken
•
Om bij lakwerkzaamheden een zeer goed oppervlak te
bereken, zijn er speciale accessoires verkrijgbaar van WAGNER,
b.v. de FineFinish-spuitkoppen. Uw WAGNER leverancier
voorziet u graag van advies.
12
A)
B)
C)
10-25cm
D)
10-25cm
E)
30% overlappen
Super Finish 23 Pro
10-25cm
10-25cm