Inhoudsopgave
Advertenties
12
ONDERHOUD
Er dient op jaarlijkse basis door een erkend installateur onderhoud uitgevoerd te worden aan het gehele
warmtepompsysteem.
VOORZICHTIG
►
12.1
Onderhoudswerkzaamheden binnenunit
► Schakel het toestel uit en controleer de in het systeem aanwezige
waterdruk. Vul en ontlucht het systeem indien nodig.
► Maak het toestel spanningsloos door werkschakelaar Q2 uit te
schakelen.
► Draai de twee schroeven links en rechts onder het toestel los en
demonteer het frontpaneel, zie §5.10.
► Wacht tot het toestel en alle leidingen zijn afgekoeld.
► Controleer of alle sensoren op de juiste positie zitten en
controleer de bedrading op breuk. Vervang indien nodig.
► Controleer alle overige bedrading op breuk en vervang indien
nodig.
► Plaats het frontpaneel weer terug en draai de twee schroeven
links en rechts onder het toestel vast, zie §5.10.
► Reinig de buitenzijde van de unit met een vochtige doek. Gebruik
geen agressieve of schurende schoonmaak- of oplosmiddelen.
► Schakel werkschakelaar Q2 in.
► Controleer aan de hand van het info menu de waardes van alle
sensoren, zie §10.1.6.
12.2
Onderhoudswerkzaamheden buitenunit
► Maak de unit spanningsloos door werkschakelaar Q1 uit te
schakelen.
► Verwijder eventueel straatvuil rondom de unit.
► Demonteer zowel de voorplaat als achterplaat zodat de
ventilator en verdamper vrij bereikbaar worden. Reinig de
ventilator handmatig met water en droog deze met een zachte
doek.
► Reinig de aluminium lamellen door voorzichtig water op de
achterzijde van de lamellen te sproeien. Controleer de lamellen
ook op beschadiging en herstel deze indien nodig.
►
► Monteer de voor- en achterplaat weer terug op de unit.
► Reinig de buitenzijde van de unit met een vochtige doek. Gebruik
geen agressieve of schurende schoonmaak- of oplosmiddelen.
► Controleer de drain op vervuiling/verstopping en reinig deze.
► Reinig het vuilfilter in de systeemwaterleiding L07 (boilervat naar
buitenunit), zie §6.5 en §8.1 appendage V04.
► Schakel werkschakelaar Q1 in.
12.3
Onderhoudswerkzaamheden boilervat
► Reinig het boilervat met een vochtige doek. Gebruik geen
agressieve of schurende schoonmaak- of oplosmiddelen.
► Controleer de aanwezige sensoren op aanwezigheid, positie en
contoleer ook de bedrading op beschadiging. Vervang indien
nodig.
► Controleer alle aansluitingen op lekkages.
72
Wanneer het systeem zojuist in bedrijf
is geweest kunnen sommige onderdelen
heet zijn.
De lamellen van de verdamper
bevatten scherpe randen. Gebruik uit
voorzorg veiligheidshandschoenen om
verwondingen te voorkomen.
Advertenties
Inhoudsopgave
