6.5
Aandachtspunten t.b.v. watertechnische installatie
► Zorg ervoor dat het leidingwerk zo weinig mogelijk
hydraulische weerstand biedt.
► De afstanden van het leidingwerk tussen de componenten
(buitenunit, binnenunit en boilervat) dienen zo kort
mogelijk gehouden te worden, waarbij de totale
leidinglengte buitenshuis zo beperkt mogelijk gehouden
moet worden.
► Het leidingwerk moet inwendig vrij van vuil en gruis zijn.
Zorg dat het leidingwerk voor het aansluiten gereinigd is.
► Het leidingwerk moet voor het aansluiten op de buiten-
en binnenunit en boilervat getest worden op druk en
waterlekkage.
BELANGRIJK
►
► In de leiding systeemwater van boilervat naar de buitenunit
(L07) dient een vuilafscheider (Ø28 mm) geplaatst te
worden, zie ook het hydraulisch schema §8.1.
► De installatie dient voorzien te worden van een mechanische
vorstbeveiliging (Exogel®) die, bij vorst en/of stroomuitval,
opent en het leidingsysteem zal doen leegstromen, zie ook
het hydraulisch schema §8.1.
Installatie dient te geschieden als voorgeschreven door de
fabrikant van Exogel® (SAS Debeaux).
Het systeem zelf beschikt eveneens over een vorstbeveiliging
die ervoor zorgt dat de installatie vorstvrij blij .
ZIE
Video link: Exogel® en lucht-water
warmtepomp.
► In de koudwaterleiding (L03) dient een inlaatcombinatie
6 bar DN15 15 mm voorzien van KIWA keur geplaatst te
worden, zie het hydraulisch schema §8.1.
► Het complete leidingwerk dient goed geïsoleerd te worden.
24
Let op: Deze druktesten mogen NIET
worden uitgevoerd als het leidingwerk is
aangesloten op de buiten- en binnenunit!
Voorbeeld
vuilafscheider
Exogel®