11.4
Overige storingen
11.4.1 Storing in binnenunit
Eventuele oorzaken
De power LED wordt niet getoond.
Het rechter display gee een streepje (
De binnenunit staat uit.
Kamerthermostaat niet aangesloten of defect.
Geen spanning (24V).
Geen doorstroming in het systeem.
Back-up heater functioneert niet.
Slechte doorstroming in het systeem.
11.4.2 CV komt niet op temperatuur
Eventuele oorzaken
Waterdruk in installatie is te laag.
Kamerthermostaat niet in orde.
Temperatuur is te laag ingesteld.
Geen warmte overdracht door vervuiling in de
installatie.
11.4.3 CV-installatie blij ongewenst warm
Eventuele oorzaken
Kamerthermostaat defect.
Temperatuur sensor(en) defect.
11.4.4 Geen warm tapwater
Eventuele oorzaken
NTC('s) in boilervat defect.
Geen signaal van NTC boilevat.
Geen tapwaterdruk.
70
Oplossing
Controleer de voedingsspanning.
Controleer de werkschakelaar.
Schakel de binnenunit in door net iets boven de power LED aan
–
) weer.
te raken en dit 2 seconden vast te houden.
Controleer de bedrading.
Controleer de verbinding tussen binnenunit en
kamerthermostaat. Vervang de thermostaat.
Vervang defecte automaat.
Controleer de bedrading volgens het schema.
Controleer connector X13.
Geen flow gemeten; controleer aansluiting flowsensor F01.
Vervang flowsensor F01 indien nodig.
Geen spanning op de pomp; controleer aanwezigheid spanning.
Pomp Pm01 defect; vervang indien nodig pomp Pm01.
Thermische beveiliging geactiveerd; reset de thermische
beveiliging.
Geen spanning op de back-up heater; controleer de bedrading
Controleer de status van de voeding relais. Controleer de
voeding.
Terugslagklep(pen) defect / vervuild; reinig of vervang
terugslagklep(pen).
Oplossing
Controleer systeem op lekkages; vul indien nodig de installatie
bij.
Controleer de instellingen en pas eventueel aan.
Verhoog de CV temperatuur.
Controleer de buitenvoeler op kortsluiting; hef indien nodig op.
Spoel de installatie door, reinig of vervang de vuilafscheider.
Oplossing
Controleer kamerthermostaat op defect; vervang indien nodig
kamerthermostaat.
Controleer alle temperatuur sensoren; vervang defecte sensor
Oplossing
Controleer NTC('s) op defecten; vervang defecte NTC.
Controleer bedrading, zie §8.3.1.
Controleer de waterdruk in het koudwaterleidingsysteem; draai
de hoofdkraan open.