11.2 Onderhoud van het drukvat (afb. 1)
Let op!
Om het drukvat (8) in goede staat te houden, moet u na elk
gebruik het condenswater aftappen door de aftapplug (10)
te openen.
Maak hiertoe eerst de ketel drukloos (zie 11.8.1). De aftap-
schroef (10) wordt geopend door hem linksom te draaien
(vanaf de onderzijde van de compressor gezien), zodat het
condenswater volledig uit het drukvat (8) kan wegstromen.
Draai vervolgens de aftapschroef (10) weer vast (rechtsom).
Controleer (8) vóór elk gebruik het drukvat op roestvorming en
beschadigingen.
De compressor mag niet gebruikt worden als het drukvat (8)
beschadigd of roestig is. Neem contact op met de klanten-
dienst-werkplaats als u beschadigingen constateert.
m Let op!
Het condenswater uit het drukvat (8) bevat olieresten. Ontdoet
u zich van het condenswater op een milieuvriendelijke manier
en deponeer het op een overeenkomstige inzamelplaats.
11.3 Veiligheidsklep (afb. 3)
De veiligheidsklep (19) is ingesteld op de maximaal toege-
stane druk van het drukvat (8). Het is verboden om de veilig-
heidsklep (19) te verstellen of de verbindingszekering (19b)
tussen de aftapmoer (19a) en de dop (19c) te verwijderen. De
veiligheidsklep (19) moet om de 30 bedrijfsuren, maar tenmin-
ste 3 keer per jaar worden bediend, zodat deze correct func-
tioneert als dit nodig mocht zijn. Om de geperforeerde aftap-
moer (19a) te openen, draai hem linksom en trek de klepstang
met de hand naar buiten over de geperforeerde aftapmoer
(19a) om de uitlaat van de veiligheidsklep (19) te openen. De
klep laat nu hoorbaar lucht uit. Draai vervolgens de aftapmoer
(19a) weer rechtsom vast.
11.4 Oliepeil regelmatig controleren (afb. 10)
Compressor op een vlakke, horizontale ondergrond plaatsen.
Het oliepeil in het oliekijkglas (18) moet tussen MAX en MIN
staan.
Olieverversing: Aanbevolen olie: SAE 15W 40 of gelijkwaar-
dig. De eerste vulling moet na 100 bedrijfsuren worden ver-
verst; daarna moet u na elke 500 bedrijfsuren de olie aftappen
en nieuwe olie bijvullen.
11.5 Olie verversen (afb. 1, 9, 10)
Schakel de motor uit en trek de stekker uit het stopcontact. Ver-
wijder de olie afdichtplug (16). Nadat u de eventueel voor-
handen zijnde luchtdruk hebt afgelaten kan u de olieaflaatplug
(12) op de compressiepomp (13) uitdraaien.
Houd er een metalen afvoergootje onder en laat de olie in
een opvangbak stromen, zodat de olie niet ongecontroleerd
wegloopt. Als de olie niet helemaal uitstroomt, raden we aan
om de compressor een beetje schuin te houden. Plaats de olie-
aftapplug (12) terug wanneer de olie is afgetapt.
Lever de afgewerkte olie in bij een inzamelpunt
voor afgewerkte olie.
Zorg ervoor dat de compressor op een horizontale ondergrond
staat, zodat de juiste oliehoeveelheid wordt bijgevuld. Voeg
verse olie toe via de olievulopening (20) totdat het oliepeil de
maximale vulhoeveelheid bereikt. Deze wordt aangegeven
door een rode punt op het oliekijkglas (18) (afb. 10).
Overschrijd niet de maximale vulhoeveelheid. Overvulling kan
schade aan het apparaat tot gevolg hebben. Plaats de olieaf-
sluitplug (16) terug in de olievulopening (20).
11.6 Schoonmaken van de aanzuigfilter
(afb. 3, 11, 12)
Het luchtfilter (15) voorkomt dat stof en vuil naar binnen wor-
den gezogen. Deze filter (15) dient minstens om de 300 be-
drijfsuren schoon te worden gemaakt. De capaciteit van de
compressor neemt namelijk aanzienlijk af als het luchtfilter
verstopt is.
Verwijder de filter (15) door de vleugelschroef (15b) open te
draaien. Trek daarna het filterdeksel (15e) eraf. U kunt nu de
luchtfilter (15c) en het filterhuis (15d) uitnemen. Klop de lucht-
filter (15c), het filterdeksel (15e) en het filterhuis (15d) voor-
zichtig uit. Deze componenten moeten daarna met perslucht
(ca. 3 bar) worden uitgeblazen en in omgekeerde volgorde
worden teruggeplaatst.
11.7 Service-informatie
Let op dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn
aan gebruiksmatige of natuurlijke slijtage, resp. de volgende
delen als verbruiksmateriaal wordt gebruikt.
Slijtageonderdelen*:Luchtfilter
* niet persé in de leveringsomvang opgenomen!
11.8 Opbergen
m Let op!
Haal de stekker uit het stopcontact, ontluchten het
apparaat en alle aangesloten persluchtgereed-
schap. Stel de compressor dusdanig af dat deze
niet door onbevoegden in gebruik kan worden
genomen.
m Let op!
De compressor alleen bewaren in een droge om-
geving die niet toegankelijk is voor onbevoegden.
Niet kantelen, uitsluitend rechtop bewaren! Olie
kan uitlopen!
11.8.1 Aflaten van de overdruk
Laat de overdruk in de compressor ontsnappen door de com-
pressor uit te schakelen en de nog aanwezige perslucht in het
drukvat (8) te gebruiken, bijv. met een persluchtgereedschap
op stationair toerental of met een luchtpistool.
12. Transport
Gebruik voor het transport de transportgreep (1) en verplaats
hiermee de compressor.
Let bij het tillen van de compressor op het gewicht, zie tech-
nische gegevens. Zorg bij het transport van de compressor in
aangedreven voertuigen voor een goede laadbeveiliging.
NL/BE
29