Temperatuur van de
pompstart
Temperatuur van de
ketelafkoeling
Hydraulisch schema
Hysterese
van
kamerthermostaat
Antivries
Antivries vertraging
Kamerthermostaat
Blokkadetijd van de
verwarmingscircuit
Werktijd
van
de
verwarmingscircuit
13.6 Solar
De instellingen van de solair zijn in het menu bereikbaar pas als de temperatuursensoren en SH
volgens 11.1 en 12.1 aangesloten zijn.
Solar
Naam
Bediening
Delta T van de
uitschakeling van de
solaire pomp
Delta T van de
uitschakeling van de
solaire pomp
Minimale temperatuur
van de collector
Maximale temperatuur
van de collector
Temperatuur van het
uitschakelen van de
collector
1 ... 80
50°C
70 ... 100
95°C
0,1
0
0,2 ... 5,0
0, 3°C
OFF, ON
OFF
1 ... 12
4h
0 ... 255
10 min.
0 ... 255
5 min.
Instelling*
Bereik
*
OFF, ON
ON
1,5 ... 20
7°C
1 ... 19
3°C
4 ... 110
10°C
110 ... 150
120°C
115 ... 200
150°C
De pomp van de ketel wordt ingeschakeld als de
temperatuur van de schoorsteen of automatisch ketel op
vaste brandstof boven de Temperatuur van de pompstart
stijgt
De
overschot
van
de
verwarmingscircuits
en
temperatuursensor van de aanvullende warmtebron de
Temperatuur van de ketelafkoeling overschrijdt
Deze parameter bepaalt de typische kenmerken van de
hydraulische installatie pt. 11.
Hysterese van de kamerthermostaat. Wordt toegepast als
in
de
instellingen
Kamerthermostaat functie = thermostaat
OFF – uitzetten van de functie
ON – aanzetten van de functie
Zie beschrijving pt 9.2.
Vertraging van het aanzetten van de antivries functie. Zie
beschrijving pt. 9.2.
Wordt toegepast alleen indien voor de verwarmingscircuit
de Pompblokkade van kamerthermostaat = Ja is en als
Kamerthermostaat
functie
verwarmingscircuit door kamerthermostaat geblokkeerd
wordt na de Blokkadetijd van de verwarmingscircuit wordt
deze
ontgrendeld
door
verwarmingscircuit ondanks de kamerthermostaat steeds
geen werking van de verwarmingscircuit toelaat. Op die
manier kunnen te grote temperatuurverliezen in de
verwarmde ruimtes voorkomen worden.
Beschrijving
OFF – uitzetten van de werking van solair systeem
ON – aanzetten van de werking van solair systeem
Als het verschil tussen de temperatuur van de solaire
collector en de onderste temperatuur van de WGW bak boven
de waarde van Delta T van de uitschakeling van de solaire
pomp stijgt, gaat de solaire pomp aangezet worden.
Als het verschil tussen de temperatuur van de solaire
collector en de onderste temperatuur van de WGW bak
beneden de waarde van Delta T van de uitschakeling van de
solaire pomp daalt, gaat de solaire pomp uitgezet worden.
Beneden deze temperatuur van de solaire collector wordt de
solaire
pomp
niet
ingeschakeld.
temperatuur
van
de
collector
uitgeschakeld.
Boven deze temperatuur van de solaire collector wordt de
solaire pomp ingeschakeld om het solaire paneel af te koelen
en indien de temperatuur in de WGW bak de maximale
waarde niet overschrijdt. Indien de Maximale temperatuur van
de collector = 0 is deze functie uitgeschakeld.
Boven deze temperatuur wordt de solaire pomp uitgeschakeld
om de pomp tegen oververhitting te beschermen. De
volgende inschakeling van de pomp gaat pas na afkoeling
van het solaire paneel gebeuren. Zie beschrijving in pt. 9.1.
Indien de Temperatuur van het uitschakelen van de collector
= 0 is deze functie uitgeschakeld.
warmte
wordt
aan
twee
WGW
overgedragen
als
van
de
verwarmingscircuit
=
thermostaat.
Indien
de
werktijd
van
Indien
de
Minimale
=
0
is
deze
functie
de
de
de
44