lees op de cilinder de volledige tijd van de
opening van het ventiel af, bv. 140s.
Meestal staat het op het typeplaatje van
de cilinder en ligt tussen 90 – 180 s.
Sluit de spanning aan en zet de regelaar
aan. Voer de afgelezen tijd in:
menu
serviceinstellingen
instellingen
openingstijd van ventiel
Ga naar handmatige besturing:
menu
serviceinstellingen
besturing
en schakel de „pomp van de omloop H2"
= ON aan.
stel vast de juiste aansluiting van de
elektronische draaden die van invloed op
de openings- en sluitrichting van de
cilinder zijn. Om dit te doen, ga naar
handmatige besturing:
menu
Handmatige besturing
en open het ventiel „de cilinder van de
omloop
H2
ON"
buistemperatuur achter de omlooppomp
gaat stijgen, is de elektrische aansluiting
van
de
cilinder
temperatuur
gaat
spanning van de regelaar uit en wissel de
plaatsen van de draad op de klem nr. 10
met de draad op de klem nr. 12,
In de regelaarinstellingen voer de juiste
functie van het mengventiel in:
menu
serviceinstellingen
Bediening
voor de vloer verwarmingscircuit,
Bediening = ON (vloer),
voor de radiatoren
verwarmingscircuit, Bediening = ON
(radiatoren),
Voer in de regelaarinstellingen de juiste
maximale
temperatuur
verwarmingscircuit in:
menu
serviceinstellingen
Maximale temperatuur
Aanbevolen waardes:
voor de vloer verwarmingscircuit,
Maximale temperatuur = 45 °C
OMLOOP H2
Handmatige
serviceinstellingen
=
ON.
Indien
juist.
Indien
dalen,
schakel
Afb.
Omloop H2
van
Omloop H2
voor de radiatoren
verwarmingscircuit, Maximale
temperatuur = 80 °C
10.7 Verbindingen test
Ga naar handmatige besturing en voer de
test van alle elektrische afnemers zoals
pompen of cilinders uit:
menu
besturing
10.8 Besturingspaneel montage
Verplaats
keltelhuis naar de woonruimte. Monteer het
paneel
representatieve woonruimte, bv. woonkamer
of gang op 1,5m hoogte van de vloer.
de
de
de
.
24
Afb.
Het paneel kan de kamertemperatuur meten.
Om die reden monteer het niet in de buurt
van warmtebronnen zoals radiatoren of tv,
alsook ramen en deuren die de sensor
kunnen afkoelen.
Sluit het paneel (1) op de module met
de
gebruik van de draad (4) volgens afb. 20
pag. 30. De draad dient aan de eisen
bedoeld in het pt. 10.9 pag. 23 voldoen. De
draad (4) kan in de wand gemetseld of op de
wand geplaatst worden.
serviceinstellingen
het
besturingspaneel
(1)
op
de
wand
11 Besturingspaneel montage
Handmatige
van
het
(2)
in
de
24