Inhoudsopgave
Advertenties
12 Elektrische installatie
De regelaar is aan de spanning 230V~, 50Hz aangepast. Kenmerken van de installatie:
driedraaden (met aardingskabel),
uitgevoerd conform de geldende voorschriften.
Let op: risico van elektrocutie. Na het uitzetten van de regelaar met behulp van
aanraakscherm de gevaarlijke spanning blijft op de klemmen van de regelaar. Daarom
alvorens met de montagewerkzaamheden te beginnen, schakel de netwerkspanning uit
en verzeker u zich dat op de klemmen en draaden er geen gevaarlijke spanning meer
is.
De
aansluitingsdraaden
werkingstemperatuur is. De klemmen op de rechter zijde van het toestel gemarkeerd met L, N, 1-
20 zijn bestemd voor de aansluiting van toestellen met de netwerkspanning 230V~. De klemmen
21-47 en RJ zijn bestemd voor samenwerking met laagspanning toestellen (onder 12V).
De aansluiting van de netwerkspanning 230~ op de klemmen 21-47, RJ of
USB connector gaat een beschadiging van de regelaar veroorzaken en vormt
een risico van elektrocutie.
Afb.
23 Aansluiting van de draaden, waarin 1 – juist aangesloten draad, 2 – foutief
aangesloten draad (het is niet toegestaan om de overschoot van de draaden in het toestel
te plaatsen), 3 – smoorspoelen
De naar de regelaar ingevoerde draaden dienen door de smoorspoelen (3) te worden
uitgetrokken. Draai de smoorspoelen vast.
mogen
geen
oppervlaktes
aanraken
die
boven
hun
nominale
34
Advertenties
Inhoudsopgave
