Afb.
16 Aansluiting van twee besturingspanelen
waarin
1,2
–
besturingspanelen,
uitvoeringsmodule.
Om elk volgend besturingspaneel aan te
sluiten is een aanvullende voeding nodig, zie
Afb.
17.
Afb.
17 Aansluiting van drie besturingspanelen waarin
1,2,4 – besturingspanelen, 3 – uitvoeringsmodule, 5 -
voeding.
Elk van de besturingspanelen dient eigen
netwerkadres te hebben. Adressen van de
besturingspanelen
toegekend. Bij enige problemen stel de
adressen in de instellingen in zodat ze niet
hetzelfde zijn.
10.11
Weerbesturing instellingen
Om
een
stabiele
verkrijgen, moet de weerbesturing ingesteld
zijn.
Schakel de weerbesturing afzonderlijk voor
elk verwarmingsobject, zie pt. 13.1 of pt.
13.2 pag.38. Werking van de weerbesturing
3
–
worden
automatisch
kamertemperatuur
wordt in pt. 9.3 pag. 17 beschreven. Op de
weerbesturing zijn :
- verwarmingscurve instellingen,
- verschuivingen van de verwarmingscurve
van invloed.
De
ingestelde
verwarmingscircuit
basis van de buitentemperatuur berekend.
Op
die
manier
verwarmingscurve
stabiel
buitentemperatuur.
keuze van de verwarmingscurve een zeer
belangrijke handeling.
Afb.
Aanwijzingen voor juist instellen van de
verwarmingscurve :
- vloerverwarming
- radiatorenverwarming
Tips
bij
verwarmingskeuze:
- indien bij dalende buitentemperatuur de
ruimtetemperatuur
verwarmingscurve te groot,
- indien bij dalende buitentemperatuur ook
de ruimtetemperatuur daalt, is de gekozen
verwarmingscurve te klein,
- indien tijdens vriezen de kamertemperatuur
juist blijft en bij warmer weer te laag is, is
het aangeraden om de verwarmingscurve
te
horizontaal te verschuiven en verlagen,
- indien tijdens vriezen de kamertemperatuur
te laag en bij warmer weer te hoog is, is het
aangeraden
horizontaal te verschuiven en verhogen.
watertemperatuur
wordt
automatisch
door
juist
gaat
de
zijn
–
ongeacht
Daarom
is
buitentemperatuur
18 Verwarmingscurves
0,2 -0,6
1,0 - 1,6
de
keuze
van
stijgt,
is
om
de
verwarmingscurve
in
de
op
aangepaste
temperatuur
de
de
juiste
de
juiste
de
gekozen
27