Pauzetijd van de
circulatie WGW
Werktijd van de circulatie
WGW
Temperatuur van de
circulatiepompstart
WGW bak hysterese
Legionella
13.5 Systeem
Systeem
Naam
Hoofd warmtebron
Keuze
Hysterese
Minimale temperatuur
Temperatuur van de
ketelafkoeling
Verhoging
van
de
ingestelde
temperatuur
Aanvullende warmtebron
Keuze
Temperatuur die de
hoofd
warmtebron
uitschakelt
0 ... 255
25 min.
0 ... 80
25 s
0 ... 50
25°C
1 ... 15
5°C
OFF, ON
OFF
Instelling*
Bereik
Gas-
Geen, Gas-/olieketel
/olieketel
1 ... 30
4°C
20 ... 80
20°C
40 ... 100
95°C
0 ... 20
5°C
Geen, Schoorsteen,
Automatische ketel
Geen
20 ... 80
40°C
Pauzetijd
tussen
de
circulatiepomp is door de waarde van de parameter pauzetijd
van de circulatie (aanbevolen instelling 15 – 40 min)
gedefinieerd. De circulatiepomp werkt cyclisch door de
werktijd van de circulatie (aanbevolen instelling 60 – 120 s.).
Om energie te besparen wordt de WGW circulatiepomp
uitgeschakeld als de temperatuur van de warm gebruikswater
bak lager dan de Temperatuur van de circulatiepompstart
gaat worden
WGW bak gaat tot de ingestelde temperatuur worden
geladen. Na daling van de watertemperatuur in de bak van de
waarde WGW bak hysterese gaat de laadpomp opnieuw
inschakelen en de WGW bak wordt geladen
OFF – Legionella functie uitzetten
ON – Legionella functie aanzetten
Een keer per week om 20:00 wordt het warme gebruikswater
tot 70°C opgewarmd om de WGW bak te ontsmetten. Let op:
risico van brandwonden door heet water. Stel de gebruikers
op de hoogte van de ingeschakelde functie!
*
Geen – regelaar heeft geen invloed op de werking van de
warmtebron,
Gas-/olieketel – regelaar schakelt de warmtebron in of uit
afhankelijk van de behoefte aan warmte
Hysterese van de warmtebron. De warmtebron schakelt bij
de ingestelde watertemperatuur in – Hysterese/2. De
warmtebron schakelt bij de ingestelde watertemperatuur uit
+ Hysterese/2.
Minimale temperatuur van de warmtebron en tegelijkertijd
de minimale temperatuur van de Omloop H1 (niet
regelbaar)
Als de temperatuur boven de waarde stijgt, gaat de
overschot van de warmte aan de verwarmingscircuits en
WGW worden overdragen.
Verhoging
van
de
warmtebron boven de ingestelde WGW bak temperatuur of
verwarmingscircuit temperatuur. Let op, de ingestelde
temperatuur van de warmtebron is tegelijkertijd de
ingestelde temperatuur van de niet regelbare Omloop H1.
Geen – schakelt de werking van de aanvullende
warmtebron uit,
Schoorsteen – de regelaar bestuurt de werking van de
vaste brandstof schoorsteen met watermantel, zie 11.2. Om
de schoorsteen tegen oververhitting te beschermen, laat de
regelaar de blokkade langer dan de verwarmingscircuit niet
toe. Als een alarmsituatie van oververhitting ontstaat nemen
de verwarmingscircuits de warmte van de schoorsteen af.
Automatische ketel – de regelaar bestuurt de werking van
de
automatische
verwarmingscircuits nemen de warmte van de ketel af als
een alarmsituatie van oververhitting ontstaat.
De hoofd warmtebron schakelt boven deze waarde van de
gemeten temperatuur van de sensor van de aanvullende
warmtebron H0-S uit.
periodes
van
werking
Beschrijving
ingestelde
temperatuur
ketel
op
vaste
brandstof.
van
de
van
de
De
43