De steriliteit van steriele oxygenators is alleen gegarandeerd als de verpakking niet beschadigd is.
Controleer de vervaldatum vóór gebruik (niet gebruiken als de datum is verstreken). De gegevens en het
apparaat uniek serienummer moet worden opgenomen op de perfusiepomp Chart.
Steriel geleverde producten zijn gesteriliseerd met ethyleenoxide.
Steriliseer het product niet opnieuw.
Steriele producten mogen niet worden gebruikt voor verdere productie.
Vermijd schokken tijdens dragen of gebruik.
De producten zijn voor eenmalig gebruik en op slechts één patient (om kruisbesmetting te voorkomen).
Het product moet na gebruik als een biologisch risico worden beschouwd. Gooi het product weg volgens de
klinische en plaatselijke voorschriften.
Het is aanbevolen om het product vóór gebruik grondig te controleren. De werking en verpakking van de
producten kunnen tijdens het transport aangetast zijn. In geval van transportschade kan een correcte werking
van het product niet worden gegarandeerd. Gebruik het product niet als het is gevallen of gedeukt en vervang
het door een nieuw product.
Het product moet direct worden gebruikt nadat de beschermende kappen werden verwijderd.
Alle producten moeten onder steriele omstandigheden worden gebruikt.
De oxygenator moet worden gespoeld met CO
Voordat priming het bloed fase van de eenheid, laat het water minstens 5 minuten recirculeren in de
warmtewisselaar om te controleren of de structuur van de warmtewisselaar lekvrij is en of er geen lekken in het
watergebied zijn. Hoewel de oxygenator de productielocatie zonder gebreken heeft verlaten, moet deze test
worden uitgevoerd omdat niet bekend is hoe het apparaat na het wegsturen is behandeld. Lekkende oxygenators
mogen niet worden gebruikt en moeten worden vervangen.
Tik niet met gereedschap op de oxygenator tijdens de priming procedure (voorvullen).
De oxygenator en het bijbehorende systeem moeten worden ontlucht vóór de extracorporele circulatie wordt
gestart.
In deze gebruikershandleiding wordt uitgelegd hoe de onderdelen van de oxygenator moeten worden
gecontroleerd en gebruikt.
Omwille van de veiligheid van de patiënt moet het product tijdens gebruik continu worden gecontroleerd door
gekwalificeerd personeel.
Om vergissingen te voorkomen, moeten alle verbindingen worden gecontroleerd vóór het apparaat wordt
gebruikt.
De producten mogen alleen worden gebruikt door adequaat getraind en gekwalificeerd personeel tijdens klinisch
gebruik.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door gebrek aan ervaring, verkeerd gebruik of niet volgen van
de gebruiksaanwijzingen.
Om een optimale werking van de oxygenator te garanderen, zijn er extra apparaten of verbindingen nodig. Lees
de gebruiksaanwijzingen aandachtig door vóór u het apparaat gebruikt, en zorg ervoor dat alle noodzakelijke
hulpstukken vóór gebruik aanwezig zijn.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals alcohol, ether, aceton, vloeibare inhalatieanesthetica (bijvoorbeeld:
halothaan, enfluraan, enz), omdat deze de producten kunnen beschadigen.
Als de toediening van narcotisch gas aan het bloed wordt uitgevoerd via het gasuitwisselingsmembraan van de
oxygenator, dient rekening te worden gehouden met alle nodige veiligheidsvoorschriften. Let bijvoorbeeld goed
op de dosis, inlaatprocedure alleen met een geschikte damp, zuig het narcotische gas af bij de uitlaat van de
oxygenator, vermijd contact van het vloeibare narcoticum met de inwendige en uitwendige structuur van de
oxygenator, enz.
De permeabiliteit van de inhalatienarcotica via het gasuitwisselingsmembraan van de Paragon PMP oxygenator
wordt sterk belemmerd in vergelijking met oxygenators met micro-poreuze vezels (deze indicatie moet in
overweging worden genomen bij de narcoseprocedures).
Leidingen en Luer-Lockverbindingen mogen alleen met de hand worden vastgemaakt om schade aan de
connectoren te vermijden. De Luer-Lockconnectoren komen los tijdens het sterilisatieproces en moeten daarom
weer met de hand worden vastgemaakt vóór de toepassing.
Gebruik geen smeermiddelen of ontsmettingsmiddelen enz. voor leidingverbindingen, om productschade te
vermijden.
Meet de drukval over de oxygenator methoden , gedurende het klinisch gebruik van de Paragon
oxygenatormethoden.
De druk aan de bloedkant mag niet hoger zijn dan 750 mmHg (10
De waterdruk aan de inlaatkant van de warmtewisselaar mag niet hoger zijn dan 750 mmHg (10
Om luchtembolie te vermijden, moet de druk in de bloedkamer altijd hoger zijn dan de druk in de gaskamer.
De gasuitlaat van de oxygenator moet helemaal open staan, anders kan er een gevaarlijke positieve druk
ontstaan in de gaskamer waardoor luchtbellen om van de gasfase om het bloed fase.
Om een permanente positieve druk op het membraan te garanderen, moet de uitlaat van het reservoir hoger
vóór de bloedkant wordt voorgevuld.
2
Pa).
5
5
Pa).
14 | P a g e