Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Energiemeting; Bedrijf; Koeling - alpha innotec SWP 371 Installatie- En Gebruikershandleiding

Brine/water-warmtepompen professioneel
Inhoudsopgave

Advertenties

Energiemeting

Behalve de documentatie van de efficiency van de instal-
latie, wordt door EEWärmeG (Duitse wet op het ge-
bruik van duurzame energie voor verwarming) ook een
warmtehoeveelheidsmeting (hierna WHM) verplicht.
De WHM is bij lucht-waterwarmtepompen voorge-
schreven. Bij brine-water- en water-waterwarmtepom-
pen moet een WHM pas vanaf een aanvoertemperatuur
≥ 35 °C worden geïnstalleerd. De WHM moet de com-
plete warmte-energieafgifte (verwarming en warm tap-
water) aan het gebouw registreren. Bij warmtepompen
met een warmtehoeveelheidsmeting gebeurt de analyse
via de regelaar. Deze geeft in kWh de thermische ener-
gie aan die in het verwarmingssysteem werd afgegeven.

Bedrijf

Dankzij uw besluit om een warmtepomp of warmte-
pompsysteem te gaan gebruiken, zult u jarenlang bijdra-
gen aan de bescherming van het milieu vanwege de gerin-
ge emissies en het lage primaire energieverbruik.
Als u uw warmtepomp of warmtepompinstallatie op effi-
ciënte en milieuvriendelijke wijze als verwarming wilt ge-
bruiken, let dan op het volgende:
ENERGIEBESPARINGSTIP
Vermijd onnodig hoge aanvoertemperaturen.
Hoe lager de aanvoertemperatuur aan de cv-wa-
terzijde, des te efficiënter werkt de installatie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Ventileer ruimtes liever kort en krachtig. Deze
manier van ventileren vermindert het energie-
verbruik in vergelijking met voortdurend open-
staande ramen en bespaart energie.
Het warmtepompsysteem wordt bediend en gestuurd
met de warmtepomp- en verwarmingsregelaar.
AANWIJZING.
Let op de juiste instellingen van de regelaars.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
6
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053700hNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH

Koeling

In principe zijn er twee mogelijkheden om de warmte-
pomp voor de klimaatregeling van ruimten in te zetten:
de 'passieve koeling' en de 'actieve koeling'.
Het wezenlijke verschil vormt hier het compressorbe-
drijf. Terwijl bij de passieve koeling de compressor niet
benodigd is (dus passief is), werkt de compressor bij de
actieve koeling wel (is dus actief).
Een ander onderscheid bestaat erin dat met de warmte-
bronnen aardbodem en grondwater zowel een passieve
als een actieve koeling mogelijk is. Met de warmtebron
buitenlucht is echter alleen een actieve koeling mogelijk.
De passieve koeling is de goedkopere variant. Ook is de
temperatuurverlaging van 3-4 K dikwijls absoluut voldo-
ende om in de zomer een behaaglijk ruimteklimaat te
creëren.
Met de actieve koeling is daarentegen een hoger koel-
vermogen mogelijk.
De passieve koeling maakt gebruik van het feit dat aard-
bodem en grondwater vanaf ongeveer 8 meter diepte
het hele jaar door ongeveer 9 °C, tot 10 °C in de zomer,
koeler zijn dan de buitenlucht resp. binnenruimten.
Dit temperatuurverschil volstaat om met aardbodem en
grondwater een gebouw te koelen. Om direct te koe-
len, kunnen aanvullend ventilatorconvectoren, koelman-
tels, vloerverwarmingen of betonkernactivering worden
ingezet.
LET OP.
Door de koeling met lage aanvoertemperaturen
is condensvorming aan het warmteverdeelsys-
teem door onderschrijding van het dauwpunt te
verwachten. Als het warmteverdeelsysteem niet
op dergelijke bedrijfsomstandigheden voorzien
is, dient het met geschikte veiligheidsinrichtin-
gen, bijv. dauwpuntbewakingen (als toebehoren
te koop), te worden beveiligd.
VERWIJZING
Indien de verwarmingsvlakken voor verwar-
men en koelen worden gebruikt, moeten de re-
gelkleppen voor verwarmen en koelen geschikt
zijn.
Aanvullend dient bij koeling een dauwpuntbewa-
king te worden ingezet.
AANWIJZING.
Aanbevolen toebehoren dauwpuntbewaking in-
zetten.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Swp 451Swp 581Swp 691Swp 291hSwp 561h

Inhoudsopgave