OPGELET!
9677278
8
Machine-instelling bij de eerste inbedrijfstelling door
de servicetechnicus
8.1
Inbedrijfstelling
Om beschadigingen van de installatie of levensgevaarlijke verwondingen bij de eerste
inbedrijfstelling van de machine te vermijden, moeten de volgende punten zeker in acht
genomen worden:
Noodzakelijke eerste controles aan toegeleverde onderdelen als bijv. warmtepompen of
andere apparaten moeten worden uitgevoerd.
Verdere informatie staat indien noodzakelijk in de betreffende gebruiksaanwijzingen
vermeld.
De inbedrijfstelling van de installatie mag alleen uitgevoerd worden door daarvoor
gekwalificeerde personen die de veiligheidsinstructies in acht nemen.
Controleer vóór de eerste start of al het gereedschap en alle vreemde voorwerpen uit
de installatie zijn verwijderd.
Vergewis u ervan dat uitgelopen vloeistof is verwijderd.
Activeer alle veiligheidsvoorzieningen en deurschakelaars vóór de inbedrijfstelling.
Controleer alle schroefverbindingen op stabiliteit.
Lees ook het hoofdstuk "Algemene veiligheidsinstructies".
De instruering en inbedrijfstelling wordt uitgevoerd door monteurs die door MEIKO zijn
opgeleid. Pas na de opleiding mag de installatie door de exploitant gebruikt worden.
8.2
Instelling van de chemie
De juiste instelling van de zeep- en glansspoelmiddelhoeveelheid is afhankelijk van het
gebruikte product.
De betreffende leverancier van de stof kan de juiste dosering instellen.
22 / 44