7.6
Temperatuursensor / veiligheidstemperatuurbegrenzer
Alle veiligheidstemperatuurbegrenzers en temperatuursensoren die in de elektrische
schakelkast los zijn opgerold moeten met gemarkeerde kabelschroefverbindingen in de
elektrische schakelkast volgens het elektrische schakelschema worden uitgevoerd en op
de betreffend gekenmerkte plek worden aangebracht.
OPGELET:
Knik de capillaire sensorbuis niet, anders wordt de
temperatuursensor beschadigd en onbruikbaar!
Hier een paar mogelijkheden voor het aanbrengen van de capillaire
temperatuurregelsensoren:
Veiligheidstemperatuurbegrenzer bij elektrisch verwarmde machines:
Aan iedere tankverwarming: Veiligheidstemperatuurbegrenzer door de koker onder de
tank tot de aanslag inschuiven:
Veiligheidstemperatuurbegrenzer aan het droog-verwarmingsregister:
Drukknop veiligheidstemperatuurbegrenzer
Na de activering van een veiligheidstemperatuurbegrenzer moet deze weer met de
hand worden bevestigd.
Wanneer een veiligheidstemperatuurbegrenzer gedurende de werking is geactiveerd,
moet de oorzaak voor de activering worden opgespoord en verholpen. (Vooral de
hoedanigheid van de verwarming dient te worden gecontroleerd.) Pas na het
verhelpen van de fout en na het afkoelen van het verwarmingssysteem mag de
eiligheidstemperatuurbegrenzer weer worden gereset.
17 / 44
De veiligheidstemperatuurbegrenzers
zijn alpolig afschakelend en
onderbreken bij activering alle
spanningvoerende kabels naar het
betreffende verwarmingscircuit.
Ze zijn intrinsiek veilig. Dat wil
zeggen: in geval van een breuk van
de capillaire buis wordt het
betreffende verwarmingscircuit
uitgeschakeld.
Door de interne opbouw van de
thermostaat is het mogelijk dat deze
bij onder de 0 °C wordt geactiveerd.
9677278