Aansluiting van de signaalingangen
De PA-compleet-set is voorzien van symmetrische XLR-ingangen en asymmetrische
cinchaansluitingen. Het is voor de werking onbelangrijk, welke aansluitingen worden
gekozen. Maak echter steeds gebruik van slechts één soort aansluiting.
Zorg bij het aansluiten van de signaalingangen dat de aansluitka-
bels niet worden afgekneld of door scherpe randen worden
beschadigd.
De ingangen mogen uitsluitend op audio-uitgangen van audioap-
paratuur met een laag niveau worden aangesloten.
De PA-compleet-set en het apparaat waarop de set wordt aange-
sloten, moeten tijdens de aansluiting uitgeschakeld zijn.
Gebruik voor de aansluiting van de cinch- resp. XLR-ingangen uit-
sluitend hiervoor geschikte afgeschermde cinch- resp. XLR-
kabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen storingen optreden.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen die tot
beschadiging van de PA-compleet-set kunnen leiden, mogen op
de cinchingangen uitsluitend audioapparaten met een cinchuit-
gang worden aangesloten. Op de XLR-ingangen mogen uitslui-
tend apparaten met XLR-uitgangen worden aangesloten.
Let hierbij ook op de aansluitwaarden in het hoofdstuk „Techni-
sche gegevens".
Verbind de cinchaansluitingen INPUT
LEFT/RIGHT (5) resp. de XLR-aansluitin-
gen INPUT LEFT/RIGHT (6) met de voor-
versterkeruitgangen van het voorge-
schakelde audioapparaat (bijv. mengpa-
neel).
52
Verbind de aansluiting INPUT RIGHT
met de rechter voorversterkeruitgang.
Verbind de aansluiting INPUT LEFT met
de linker voorversterkeruitgang.