6.3
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
6.3.1
Voor aanvang van de inbedrijfstelling moet aan de volgende voorwaarden zijn vol-
daan:
6.3.2
WAARSCHUWING
Ongewild inschakelen van de motor
Door ongewild inschakelen van de motor kunnen de machine of componenten be-
schadigen. U moet erop letten dat de motor onder geen enkele omstandigheid kan
worden gestart!
Voor aanvang van de inbedrijfstelling dient u eerst de volgende punten te controleren:
Dichtheidscontrole
Voor de inbedrijfstelling moeten de pomp en leidingen dicht zijn.
Drukapparatenrichtlijn 2014/68/EU werd nageleefd in het kader van de gevarenanaly-
se volgens machinerichtlijn 2006/42/EG.
Draairichting
De draairichting van de machine is gecontroleerd
Voor het controleren van de draairichting moet de machine losgekoppeld zijn. De
draairichting van de motor moet overeenstemmen met de draairichtingspijl op de be-
huizing.
Vrije draaiing
De pomp moet vrij draaibaar zijn. Daarbij moeten beide koppelingshelften van elkaar
gescheiden worden. Door de koppelingshelft aan de pompzijde te draaien, kunt u con-
troleren of de as vrij kan draaien.
Uitlijning van de
Er moet nogmaals worden gecontroleerd of de koppeling goed is uitgelijnd. Er moet
koppeling
een verslag worden opgesteld van de uitlijning.
Gegevens over de gebruikte koppeling (toleranties, gebruiksgrenzen, uitlijninstructies,
enz.) zijn te vinden in de handleiding van de fabrikant.
>> Documentatie van toeleveranciers
80
Algemene voorwaarden
• Er moet worden gegarandeerd dat vóór de inbedrijfstelling alle vereiste maatrege-
len die in de meegeleverde engineering-documentatie vermeld staan, reglementair
zijn gerealiseerd.
• De montage is afgerond.
• De test in koude toestand is uitgevoerd.
• Pomp is gecontroleerd op vreemde deeltjes.
• Het terrein is ontruimd en schoongemaakt.
• Alle leidingen zijn gereinigd.
• Eerste vulling van smeermiddelen (transmissie, lageringen, enz.).
• Alle veiligheidsinrichtingen zijn gemonteerd.
• Het veiligheidssysteem is getest en gevalideerd.
• Alle elektrische vergrendelingen en veiligheidsinrichtingen zijn functioneel en ge-
controleerd.
• Alle regelcircuits zijn geïnstalleerd en getest.
• Het procesbesturingssysteem is geïnstalleerd en getest.
Speciale voorwaarden
Inbedrijfstelling
Centrifugaalpomp ACP
STANDARD, C-01-000000
Rev. 2.9