Centrifugaalpomp ACP
STANDARD, C-01-000000
5.5.2
VOORZICHTIG
Kans op letsel door breuk van machineonderdelen
Foutief gemonteerde leidingen en slangen kunnen leiden tot breuk van machineonder-
delen.
WAARSCHUWING
Gevaarlijke terugstroom
Gevaar door gevaarlijke terugstroom na uitschakelen van de pomp.
Als er na het uitschakelen van de pomp een gevaarlijke terugstroom kan ontstaan,
moet er een terugslagklep in de drukleiding worden geïnstalleerd!
Bij de planning van de leiding moet er rekening worden gehouden met een tolerantie
voor warmte-uitzetting.
Steun
De leidingen dienen in principe spanningsvrij te worden gemonteerd. Bij de montage
moet erop worden gelet dat de leidingen zo ondersteund worden dat er geen krach-
ten, trillingen en gewichten op de pomp worden overgebracht.
De zuig- en drukleidingen moeten zo worden ondersteund dat het gewicht van de lei-
ding niet op de pomp wordt overgedragen.
Maximaal toegelaten krachten en momenten die de pomp kan opnemen, vindt u in het
hoofdstuk "Toegestane belasting van aansluitstukken [} 34]".
Zuigleiding
Bij de zuigleiding moeten de volgende punten in acht worden genomen:
Als er een reinigingsopening in de zuigleiding is voorzien, moeten de volgende veilig-
heidspunten in acht worden genomen:
Rev. 2.9
Leidingen
• Alle buisleidingen dienen spannings- en trillingsvrij te worden gemonteerd!
• De leidingen dienen zo te worden gemonteerd, dat deze de machine tijdens het
bedrijfsproces (bijv. door warmte-uitzetting van de buisleidingen) niet belasten!
• Als er na het uitschakelen van de pomp een gevaarlijke terugstroom kan ont-
staan, moet er een terugslagklep in de drukleiding worden geïnstalleerd!
• Om het buiswrijvingsverlies laag te houden moet de zuigleiding zo kort mogelijk
zijn.
• De dichtheid van de leiding moet worden gecontroleerd met een druktest.
• De zuigleiding moet horizontaal of licht omlaag lopend in de richting van de pomp
worden aangelegd.
• Als er direct voor de pomp een reduceerstuk wordt ingebouwd, moet de vernau-
wing steeds onder zijn.
• Toevoeren in de zuigleiding moeten minimaal 5 x de diameter van de zuigleiding
verwijderd van de zuigflens van de pomp worden geïnstalleerd.
• Het openen is alleen toegestaan tijdens stilstand van de pomp.
• Als er chemicaliën worden gebruikt, moet voor het openen voldoende worden ge-
spoeld.
• Voor het openen moet om veiligheidsredenen het starten van de pomp worden
verhinderd (afsluitbare onderhoudsschakelaar of netstroomonderbreker).
Montage
73