f) Stroommeting
Deze meetfunctie is geschikt voor het meten van netstroom.
Om mogelijke elektrische schokken, brand of persoonlijk letsel te voorkomen, dient u
de stroomtoevoer van het circuit uit te schakelen en de DMM vervolgens in serie op
het circuit aan te sluiten voordat u de stroom meet.
Als het bereik van de gemeten stroom onbekend is, dient u altijd met het hoogste
meetbereik te starten en indien nodig op een lager bereik te schakelen.
Er zitten zekeringen binnenin aansluitklemmen "10 A" en "mA μA". Sluit de testkabels
niet in parallel aan op circuits.
Er zal een waarschuwing klinken wanneer gemeten waarden buiten het bereik >10 A
vallen.
Metingen >5 A mogen alleen max. 30 seconden lang en op intervallen van 15 minuten
worden uitgevoerd.
1. Draai de functiedraaiknop naar µA
zal op de display verschijnen.
2. Sluit de testkabels aan op de aansluitklemmen:
- Rode testkabel op aansluitklem
- Zwarte testkabel op aansluitklem COM.
3. Sluit de testkabels in serie aan op het circuit.
4. Lees de waarde af op de display.
- Gelijkstroom DC: De polariteit wordt samen met de gemeten waarde weergegeven.
5. Koppel de testkabels na de meting los, schakel het circuit uit en schakel de DMM UIT.
106
, mA
, or A
, de corresponderende meeteenheid
of 10A max.