Inhoudsopgave
Advertenties
5. Inbedrijfstelling - OE-tronic 4
6
1
47
44
41
38
35
32
29
26
23
2
20
00:00
00:00
00:00
10
9
8
7
6
4
90
5
4
5
4
3
2
1
GMR 5045 Condens GMR 5065 Condens GMR 5090 Condens
Voorbeeld
EINDTEMP.DROGEN: 47 ºC
A
Z
BEGINTEMP.DROGEN: 20 ºC
AANT. DGN DROGEN
R
Normale regelaar (Einde van het drogen)
T
Gewenste temperatuur verwarming (°C)
Y
Dagelijks om twaalf uur 's nachts (00:00): De instructie
(DROOGTEMP.BEGIN) wordt opnieuw berekend en het
aantal resterende dagen (AANT DGN DROGEN) wordt
afgeteld.
n COR.RUIMTEV.
Voor het aanpassen van de invloed van de kamertemperatuursensor
op de watertemperatuur van de betreffende kring.
Niet in aanmerking genomen (afstandsbediening op een plaats zonder
0
invloed geplaatst)
In zwakke mate in aanmerking genomen
1
Normaal in aanmerking genomen (aanbevolen)
3
10 Werking type kamerthermostaat
n NACHT
Deze parameter wordt weergegeven indien minstens één
kring geen kamertemperatuursensor heeft.
Voor de kringen zonder kamertemperatuursensor:
4 NACHT:VER. (Verlaging): De verlaagde temperatuur wordt
aangehouden tijdens de nachtperiodes. De pomp van de kring
werkt permanent.
4 NACHT:STOP (Uit): De verwarming wordt uitgeschakeld tijdens
de nachtperiodes. Wanneer de vorstbeveiliging van de installatie
actief is, wordt de verlaagde temperatuur in stand gehouden
tijdens de nachtperiodes.
Voor de kringen met kamertemperatuursensor:
4 Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan de richtwaarde
van de omgevingssensor: De verlaagde temperatuur wordt
aangehouden tijdens de nachtperiodes. De pomp van de kring
werkt permanent.
4 Wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan de richtwaarde
van de omgevingssensor: De verwarming wordt uitgeschakeld
tijdens de nachtperiodes. Wanneer de vorstbeveiliging van de
installatie actief is, wordt de verlaagde temperatuur in stand
gehouden tijdens de nachtperiodes.
GMR 5115 Condens
270810 - 123905-AA
Advertenties
Inhoudsopgave
