GMR 5045 Condens GMR 5065 Condens GMR 5090 Condens
GMR 5115 Condens
6.3
Het apparaat inschakelen
270810 - 123905-AA
6.2.3.
Hydraulisch circuit
4 Controleer de sifon, deze moet geheel gevuld zijn met schoon
water.
4 Controleer de hydraulische afdichting van de koppelingen.
6.2.4.
Elektrische aansluitingen
4 Controleer de elektrische aansluitingen.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet
het gasblok aangepast worden voordat de ketel aangezet
wordt.
¼ Zie hoofdstuk: "Aanpassing aan een ander type
gas", pagina 105
1. Kantel de instrumentenbox weer omhoog en klik deze vast met de
klipsluitingen aan de zijkanten.
2. Open de hoofdgaskraan.
3. Open de gaskraan van de ketel.
4. Schakel de spanning in met de aan/uit schakelaar van de ketel.
5. Stel de onderdelen (thermostaten, regeling) zodanig in dat er
warmte wordt gevraagd.
6. Het opstartprogramma begint en kan niet onderbroken worden.
Tijdens de opstartcyclus, geeft het display de volgende informatie:
Een korte test waarbij alle segmenten van het display zichtbaar
zijn.
fK[xx : Software versie
pK[xx : Parameter versie
De versienummers worden afwisselend weergegeven.
7. Er wordt automatisch een ontluchtingscyclus van 3 minuten
uitgevoerd.
Na het ontluchtingsprogramma zal de ketel met een
aangesloten boilersensor en ingeschakelde antilegionella
functie, meteen het boilerwater gaan opwarmen.
Door kort te drukken op de toets ® wordt de actuele bedrijfstoestand
op het display weergegeven:
Warmtevraag d
1 : Ventilator aan
" : Ontstekingspoging van de brander 5 : Branderstop
3 : CV-bedrijf
6. Inbedrijfstelling - OE-control
Warmtevraag gestopt
1 : Naventilatie
6 : Pompnadraaitijd
0 : Stand-by
103