2.
Gebruik CHG PART om het gedeelte te selecteren waarvan u het effect wilt
veranderen.
De indicator van het geselecteerde gedeelte ("U1", "U2", "L") verschijnt linksboven op het display.
• Bij meermalen indrukken van CHG PART worden de gedeelten doorlopen waarvan het effect
wordt veranderd.
• Bij de standaardinstellingen worden de effecten alleen toegepast op de UPPER1 en UPPER2
gedeelten, dus ook als u het effect voor het Lower-gedeelte verandert, zal dat effect niet worden
toegepast. Zie
NL-101
voor informatie over het toepassen van een effect op het Lower-gedeelte.
3.
Draai aan de regelaar om het effect te veranderen dat op het gedeelte wordt
toegepast.
• U kunt een effectwaarde selecteren tussen 1 en 101.
• De "1:Tone" instelling past effecten toe die passen bij de geselecteerde toetsenbordtoon. De
knopfunctie schakelt ook over naar de aanbevolen parameters voor dat effect.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een waarde te selecteren, kunt u de
waarde verder veranderen met – en +.
• Druk op BACK om terug te gaan naar het vorige scherm.
"Veranderen van het gedeelte waarop het effect wordt
Toepassen van het gewenste effect op een toon (Actieve DSP)
NL-99
toegepast" op pagina