¡ Let erop dat de luchtcirculatie volgens de tekening
is gewaarborgd.
¡ Apparaten niet te hoog inbouwen, zodat het toebe-
horen er zonder probleem uitgenomen kan worden.
27.7 Hoekinbouw
Houd de inbouwmaten en de inbouwinstructies bij
hoekinbouw aan.
¡ Om ervoor te zorgen dat de deur van het apparaat
kan worden geopend, dient u zich bij de hoekin-
bouw te houden aan de minimale afmetingen. De
maat
is afhankelijk van de dikte van het meubel-
front en de greep.
27.8 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡ De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡ Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
spanningsloos zijn.
¡ Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aan-
sluitkabel worden aangesloten.
¡ De aansluitkabel moet op de achterzijde worden in-
gestoken tot een klik hoorbaar is. Een 3 m lange
aansluitkabel is bij de service verkrijgbaar.
¡ De aansluitkabel mag alleen worden vervangen
door een originele kabel. Die is bij de service ver-
krijgbaar.
¡ De bescherming tegen aanraking dient door de in-
bouw te zijn gewaarborgd.
¡ Wanneer het display van het apparaat donker blijft,
dan is het verkeerd aangesloten. Scheid het appa-
raat van het net, controleer de aansluiting.
Apparaat met geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking: Het apparaat mag alleen op een geaarde
contactdoos worden aangesloten die volgens de voor-
schriften is geïnstalleerd.
Steek de stekker in het stopcontact met randaarde.
▶
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de nets-
tekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn,
of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de
vast geplaatste elektrische installatie een schei-
dingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
Apparaat zonder geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking: Het apparaat mag alleen door geschoold
personeel worden aangesloten. Bij schade door een
verkeerde aansluiting kunt u geen aanspraak maken
op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een
scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
1.
identificeren.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
Volgens het aansluitschema aansluiten.
2.
Zie voor de spanning het typeplaatje.
De aders van de elektrische aansluitleiding dienen
3.
overeenkomstig de kleurcodering te worden aange-
sloten:
groen-geel = aarddraad
‒
blauw = neutraal- ("nul-") leiding
‒
bruin = fase (buitendraad)
‒
27.9 Apparaat inbouwen
Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitlij-
1.
nen.
Montagehandleiding nl
41