3. Installatie en elektrische aansluitingen
• Voor een aan de muur geïnstalleerde elektronische besturingskast:
- Boor gaten op de aangegeven punten aan de onderzijde van de omkasting (Afb. 3.1 - alleen
voor installatie aan de muur)
- Bevestig de elektronische besturingskast permanent me kruiskopschroeven met een bolle kop
(kop max. Ø10 mm) (de afstand tussen de gaten is aangegeven in Afb. 3.2).
- Breng de kabelwartels en de geribbelde leidingen aan de onderzijde van de omkasting aan.
• Controleer, alvorens de elektrische voeding aan te sluiten, of de gegevens op het plaatje over-
eenkomen met die van het stroomnet.
• Voorzie op de stroomleiding een omnipolaire schakelaar/scheidingsschakelaar met een ope-
ningsafstand tussen de contacten gelijk aan of groter dan 3 mm.
• Gebruik voor de aansluiting op het elektriciteitsnet een kabel type H05VV-F als gebruik wordt
gemaakt van een kabelgoot, of een kabel type H05VV-F als de kabel bloot ligt of voor de instal-
latie buiten.
Neem de polariteit L-N in acht die op het klemmenbord voor de aansluiting op het elek-
triciteitsnet is aangegeven.
• Controleer of er vóór de elektrische installatie een geschikte aardlekschakelaar en een gepaste
beveiliging tegen te hoge spanning gemonteerd zijn.
Verricht de aansluitingen op het elektriciteitsnet en eventuele andere laagspanningsge-
leiders (230 V) buiten de schakelkast met een apart traject dat van de aansluitingen op de
bedienings- en beveiligingsinrichtingen is afgescheiden (SELV= Safety Extra Low Voltage).
De geribbelde leidingen moeten een aantal centimeter de schakelkast worden ingevoerd
via de gaten in de omkasting.
• Sluit het deksel als de aansluitingen op de aansluitklemmen zijn verricht, om aan de essentiële
voorschriften van de toepasselijke normen te voldoen.
• Zorg ervoor dat er geen scherpe randen zijn die de kabels kunnen beschadigen.
• Controleer of de geleiders van de netvoeding (elektriciteitsnet, motor, zwaailicht - 230 V) en de
geleiders van de accessoires (24 V) afgescheiden zijn (Afb. 3.3).
• Alle kabels moeten dubbel geïsoleerd zijn. Strip ze in nabijheid van de respectievelijke aansluit-
klemmen en zet ze vast met kabelklemmen [B] die niet door ons zijn geleverd.
• Monteer, eventueel, drukscharnieren aan de onderkant van de omkasting en het deksel, naar
keuze links of rechts (Afb. 3.4).
• Zet het deksel met de geleverde schroeven vast als de afstellingen en instellingen zijn verricht
(Afb. 3.5).
9