Type
Display
alarm
12. Problemen opsporen
Probleem
Geen voeding.
De elektronische
besturingskast
Intern defect
schakelt niet in
Geen voeding.
Accessoires kortgesloten.
Lijnzekering doorgebrand.
De veiligheidscontacten staan
open.
De veiligheidscontacten zijn
De automatisering
niet juist aangesloten of de zelf-
opent niet of sluit
controlerende veiligheidsrand
niet
werkt niet correct.
De fotocellen zijn geactiveerd.
De gevoelige randen die op 6R
en 8R zijn aangesloten, zijn
ingedrukt of onderbroken
De automatische sluiting werkt
niet.
Motor defect of thermische
beveiliging motor geactiveerd.
Beschrijving
A0 - Test veiligheidssensor op contact
6 mislukt.
A1 - Test veiligheidssensor tegelijkertijd
op contacten 6 en 8 mislukt.
A3 - Test veiligheidssensor op contact
8 mislukt.
A5 - Test veiligheidssensor op contact
6R mislukt.
A6 - Test veiligheidssensor op contact
8R mislukt.
A7 - Verkeerde aansluiting contact 9 op
klem 41.
A9 - Overbelasting op uitgang 30-G3.
AB - Overbelasting op uitgang 30-13.
Mogelijke oorzaak
De juiste werking van de beveiligingsinrich-
ting controleren.
Controleren of de veiligheidstest gedeactiveerd
is als geen extra veiligheidskaart is aangebracht.
De bedrading en de juiste werking van de
veiligheidssensor controleren.
De juiste werking van de beveiligingsinrich-
ting controleren.
Controleren of de veiligheidstest gedeactiveerd
is als geen extra veiligheidskaart is aangebracht.
Correcte aansluiting tussen klem 41 en 9
controleren.
Controleren of de inrichting die op de uitgang
30-G3 is aangesloten correct werkt.
Controleren of de inrichting die op de uitgang
30-13 is aangesloten correct werkt.
Alarmsigna-
lering
De voedingskabel en de zekering F1
controleren.
Contact opnemen met klantenservice
De voedingskabel en de zekering F1
controleren.
Koppel alle hulpstukken los van de aan-
sluitklemmen 0-1 of 0-30 (er moet een
spanning van 24 V= zijn) en sluit ze een
na een opnieuw aan.
Contact opnemen met klantenservice.
Zekering F1 vervangen.
Controleren of de veiligheidscontacten
correct gesloten zijn (N.C.).
De aansluitingen op de klemmen 6-8
van de elektronische besturingskast en
de aansluitingen op de zelfcontrolerende
veiligheidsrand controleren.
Controleer of de fotocellen schoon zijn
en correct werken.
De weerstandswaarden van de gevoelige
randen controleren.
Een willekeurig commando geven. Con-
tact opnemen met de klantenservice als
het probleem niet kan worden verholpen
Aansluiting van de motor controleren. Con-
tact opnemen met de klantenservice als
het probleem niet kan worden verholpen.
49
Werkzaamheid
Werkzaamheid