8.2 Voorbeeld startbasis
8.2.1 Schuifhek
OPGELET: de installatie moet mechanische pallen bevatten die voldoende sterk zijn, of er
moeten stop-eindschakelaars zijn geïnstalleerd.
OPGELET: als de elektronische besturingskast wordt gebruikt als vervanging van een iden-
tieke elektronische besturingskast die storingen vertoont, kan de meest recente configu-
ratie van de automatisering worden hersteld door de geheugenmodule van de oude elek-
tronische besturingskast over te plaatsen en in de desbetreffende zitting van de nieuwe
elektronische besturingskast aan te brengen. Vervolgens kan de meest recente configura-
tie worden geladen met de menusequentie
OPGELET: voordat de automatisering in werking wordt gesteld, moet worden gecontroleerd
of de krachten die op de vleugels werken overeenstemmen met de voorschriften van de norm
EN 12453:2017 en latere herzieningen.
1. Schakel de voeding in.
2. Activeer het menu begeleide configuratie
voor handelingen zonder vertragingen of 02 om de afremming tijdens het openen en sluiten te
activeren. Stel de selectie voor de specifieke installatie in. Controleer of de parameter voor de
openingsrichting (parameter
3. Breng een geleiderbrug aan tussen de veiligheidscontacten 1-6, 1-8 e 1-9. Als ze niet met de
menuparameters
4. De eindschakelaars moeten zodanig afgesteld worden dat ze in werking treden in de buurt van
de mechanische stop voor opening en sluiting. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het
afstellen van de eindschakelaars.
5. Verricht een complete openingscyclus (toetsen
ENTER
DOWN
+
) en controleer of de automatisering de overeenkomstige handeling verricht en na
de activering van elke eindschakelaar tot stilstand komt (inlering
6. Sluit de beveiligingsinrichtingen aan door eerst de geleiderbruggen 1-6, 1-8 en 1-9 te verwijderen
of door de overeenkomstige ingangen te heractiveren met de menuparameters
→
en
correct werken.
OPGELET: als de elektronische besturingskast wordt gebruikt als vervanging van een iden-
tieke elektronische besturingskast die storingen vertoont, kan de meest recente configu-
ratie van de automatisering worden hersteld door de geheugenmodule van de oude elek-
tronische besturingskast over te plaatsen en in de desbetreffende zitting van de nieuwe
elektronische besturingskast aan te brengen. Vervolgens kan de meest recente configura-
tie worden geladen met de menusequentie
OPGELET: voordat de automatisering in werking wordt gesteld, moet worden gecontroleerd
of de krachten die op de vleugels werken overeenstemmen met de voorschriften van de norm
EN 12453:2017 en latere herzieningen.
8.2.2 Barrière
1. Schakel de voeding in
2. Activeer het menu begeleide configuratie
voor handelingen zonder vertragingen of 03 om de afremming tijdens het openen en sluiten te
activeren. Stel de selectie voor de specifieke installatie in. Controleer of de parameter voor de
openingsrichting (parameter
3. Breng een geleiderbrug aan tussen de veiligheidscontacten 1-6, 1-8 e 1-9. Als ze niet met de
menuparameters
) juist is.
→
,
→
→
. Controleer of de voorziene verschillende beveiligingsinrichtingen
) juist is.
→
,
→
→
.
. Selecteer de waarde van de parameter
en
→
ENTER
UP
+
) en een complete sluitcyclus (toetsen
→
.
. Selecteer de waarde van de parameter
en
→
24
zijn gedeactiveerd.
).
zijn gedeactiveerd.
op 01
→
,
op 01